donderdag 25 december 2014
Klein orkerstverhaal
Dit is een waar gebeurd verhaal en omdat ik de privacy van mensen uit mijn omgeving ten volle bescherm, gebruik ik synoniemen. Zo gebruik ik voor Mona en Titia de synoniemen Em en Té en voor Martin - die anders ook Em zou heten- gebruik ik Frits.
Een fijne kerst vanuit Sablou!
Lang, lang geleden in een land hier 1000 km vandaan woonde een jonge student. Mijn studie liep op z'n eind en ik voelde me wat verloren. De zomer kwam er aan en na de breuk met mijn allereerste grote liefde in de herfst wist ik niet goed wat ik met die lange zomer aan moest. Ik zou proberen in Afrika aan het werk te gaan, dat wist ik wel.
Tijdens een van de laatste koffiepauzes op de HTS werd ik aangesproken door Frits, een klasgenoot die ik eigenlijk maar vaag kende. Frits had het plan om naar Griekenland te gaan liften. Liften was toen voor jonge mensen een populaire manier van reizen. Aangezien internet alleen nog een privilege van de Amerikaanse defensie was, was er geen sprake van vooraf even een ritje uitzoeken. Gewoon met een kartonnetje langs de weg gaan staan, de plaats van bestemming met dikke viltstift zo leesbaar mogelijk op het kartonnetje geschreven.
Zo gingen onze helden op pad. Rugzak mee, waar de avond ervoor de poes een sanitaire stop op had gemaakt. Dat roken de automobilisten toch pas als je al op weg was en die lucht zou onderweg wel slijten. De reis verliep voorspoedig. De hele 900 km door Italië in één ruk van 5 uur met een vertegenwoordiger die evenveel espresso dronk als zijn Golf Turbo benzine.
Op de veerboot naar Corfu ontmoetten we ander rugzakkers. Engelsen, Fransen en zelfs Chinezen uit Nederland met een studiebeurs. Vakantiesfeer, verhalen, drank: tegen de tijd dat Corfu bereikt werd was er een groep vrienden ontstaan die met elkaar een olijfboomgaard opzocht om in te kamperen.
Ik had het prima naar m'n zin in de olijfboomgaard. De dagen waren gevuld met zon, zee en gesprekken over de zin van het leven. Frits zag ik niet vaak meer. Die had het gezelschap gewogen en waarschijnlijk te licht bevonden en was overdag vooral op het strand. Soms zag ik Frits wel met z'n handdoekje aangeschoven bij een ander groepje. Meestal vrouwen van het aantrekkelijke type.
Het was dan ook een verrassing toen Frits licht opgewonden de boomgaard in kwam. Ik moest mee want Frits had twee leuke Nederlandse meiden gezien en het presenteerde beter als je dan met twee mannen op kwam draven, blijkbaar.
Ik was wel nieuwsgierig geworden welke prooi zo overvloedig was dat Frits hem wilde delen. Een kort stukje verderop hadden zich inderdaad twee prachtige dames genesteld. Een donkerharige schoonheid met licht spottende wenkbrauwen en een Amsterdamse tongval en de allerliefste blonde engel die ik ooit had gezien. Té en Em.
Frits probeerde zijn arsenaal aan veel te duidelijke versierderspraatjes. Ik voelde me daar niet op m'n gemak bij. Moest je die meiden nou waarschuwen of was het een soort test? Als ze dit niet doorzagen dan hadden ze zin in Frits of ze waren erg wereldvreemd. Het schone duo was niet wereldvreemd en zin in Frits hadden ze ook niet. Frits werd door de dames deskundig ondervraagd op zijn bedoelingen en daarbij subtiel uitgelachen. Hij werd er wat onzeker door.
Ik had Frits nog niet vaak zo buitenspel gezet zien worden en de meiden werden er alleen maar interessanter door. Ze bleken -uiteraard- allebei een vriend te hebben. Em woonde nog bij haar ouders, Té inmiddels een jaar in Amsterdam. Het was gezellig en toen het donker was geworden en bij het zwemmen onder de sterren Em ineens in mijn armen dreef, vond ik het onvoorstelbaar geweldig. 'Ziek tof' zou het nu genoemd worden.
Dat er thuis een vriend op haar wachtte zat Em niet dwars. Een vakantieliefde moest kunnen. En een vakantieliefde werd het. Jammer genoeg maar een paar dagen, want Frits was de schwung een beetje kwijtgeraakt en liep nu vaak wat verloren rond, terwijl ik me prima vermaakte. Frits wilde op huis aan.
Bij het afscheid werden er nog adressen uitgewisseld, maar daar verwachtte ik niet veel meer van. Vakantieliefde heet niet voor niks zo, zeker als er vriend thuis zit.
Terug in Nederland was Frits snel vergeten, maar Em bleef nog dagen, nee weken in mijn hoofd zweven. Wat was ze lief en mooi. Maar er zat een baan in Zambia aan te komen in april, dus daar moest de focus op.
Eind september kwam er opeens een kaartje van Té. Ze was jarig en of ik ook kwam. In Amsterdam op haar kamer. Met m'n hart in m'n hoofd en m'n maag tussen m'n knieen kwam ik bij Té binnen. Zou Em...?
En ja hoor, Em was er en het was weer net zo leuk als op Corfu. Waarschijnlijk droeg Em's vriend daar behoorlijk aan bij door er niet te zijn. Ze deden niet zo heel veel dingen samen, begreep ik. We bleven allebei in Amsterdam slapen, bij Té in slaapzakjes naast elkaar alsof we nog tussen de olijven lagen.
De weken daarna waren er steeds vaker dingen te doen in Amsterdam. Vaak bij Té thuis of door haar geïnitieerd. En toevallig was ook Em er dan. Em's vriend was inmiddels op de hoogte van mijn bestaan, maar had er blijkbaar vrede mee. En voor Em was niets een probleem. Ze leek door het leven heen te zweven en als er al iets problematisch dreigde te worden loste ze dat op door lief te lachen en een ad-rem opmerking.
Zelfs een weekend Parijs was mogelijk. In de auto met cassettebandjes van het Klein Orkest, een Haags bandje waar Té en Em fan van waren en ik al snel ook. Leuke Nederlandstalige popliedjes, met teksten die ergens over gingen. Als je ze niet kent, kijk hier maar even. Wel terugkomen, hè?
Het was een prachtige herfst, geen grijs gezien en het heeft volgens mij ook niet geregend. Dat ik ooit nog een keer naar Zambia zou gaan leek jaren ver weg.
En toen kwam de domper. Iedere lezer zag hem al alinea's geleden hangen natuurlijk, maar ik niet met mijn verliefde hoofd. We zouden naar een concert van het Klein Orkest gaan, in Papendrecht. De tijd dat het Klein Orkest de Ziggo-Dome platspeelde was nog niet aangebroken. En dat is hij eigenlijk nooit.
Een dag voor het concert belde Em op dat ze niet mee ging. Het was haar vriend toch te veel geworden, die uitstapjes met Ben. Hij had haar voor het blok gezet: hij of ik. En ze was al zoveel jaren met hem samen en ze vond het hartstikke rot, maar nou ja, het beste. Au.
Ik ben door vrienden meegesleept naar het concert. Zonder Em vond ik niks meer leuk en zeker niet naar het Klein Orkest, dat ik dankzij haar had leren kennen. Het concert was goed, ondanks dat er TV-opnamen gemaakt werden en we als klap- en joelvee werden ingezet. Maar toen ik thuis was drong de werkelijkheid tot me door. Ook al wist ik dat haar vriend bestond op de achtergrond, het was zo makkelijk geweest om hem te vergeten als we bij elkaar waren. Nu was het klaar met Em. Geen spannende afspraakjes meer in Amsterdam, geen weekendjes Parijs. Nooit meer naar dat lachende gezicht kijken met die pretoogjes.
Kerstavond was geen feest dat jaar. Ik ben nooit een fan geweest van verplichte gezelligheid en met een gebroken hart was er al helemaal niks aan. Wel werd het concert op TV uitgezonden. Tot overmaat van ramp zat er een shot van mij in de uitzending. Close-up, in mijn beleving minstens een half uur lang. Ik had het naar m'n zin, zo te zien. Wat kan TV toch bedrieglijk zijn.
De volgende ochtend ging om tien uur de voordeurbel. Mopperend welke Jehova Getuige het in z'n hoofd haalde om op kerstochtend een hardwerkende christen uit z'n bed te bellen trok ik aan het voordeurtouw boven aan de trap. Het was geen Jehova Getuige. Het was een lachend blond meisje met pretogen. Ze had de avond ervoor ook TV gekeken en was na die close-up tot de overtuiging gekomen dat ze verkeerd had gekozen. En dat kwam ze nu goedmaken.
Ik ben een vergevingsgezind mens. En op die ochtend was ik in alle staten van blijheid. Leve de TV, leve het Klein Orkest!
Tja, en zoals bij alle mooie verhalen leefden we nog lang (toch in ieder geval dertig jaar) en gelukkig met ups en downs. Em heeft me nog vaak verrast, bijvoorbeeld door haar opleiding af te breken en me achterna te komen naar Zambia. En ze heeft me geleerd om luchtiger door het leven te gaan. We zijn niet eeuwig bij elkaar gebleven, maar toen Té afgelopen herfst haar verjaardig vierde in Amsterdam waren we er weer allebei, net als dertig jaar geleden.
Ok, ok, ik geef het toe. Het was niet op kerstochtend, dat was te mooi geweest. Maar de rest klopt wel.