Het is hier stil en kil en grijs, al sinds ik mijn vorige stukje schreef. Misschien is daardoor dit stukje ook een beetje stil en beschouwend. Volgende keer is het lente en dan zal het een stuk levendiger en kleuriger zijn, denk ik.
Terug aangekomen op de heuvel merkte ik dat mijn leven zo verwachtingsloos geworden was als maar mogelijk. De aanloop naar mijn reisje naar Nederland was druk gevuld met het werken aan de meubels die mee moesten en natuurlijk leverde het feit dat ik jullie weer zou gaan zien en omhelzen ook verwachtingen op. Maar hier teruggekomen waren de verwachtingen een beetje op. De verwachte lente bleef uit en verder was er niet meer zo veel. Het leven leeft zichzelf.
Het zou volgens de boeddhistische leer een gelukzalige toestand op moeten leveren, want lijden heeft een directe relatie met verwachtingen. Met name met verwachtingen die niet uitkomen. Ga maar eens bij jezelf na als je ergens ontevreden over bent. Je werk is niet zo leuk als je verwachtte of het weer valt tegen, je hond gaat dood, je buurman doet raar en je dochter komt met een verkeerde man thuis. Het zijn allemaal teleurstellingen omdat de realiteit zich niet wenst te ontplooien zoals jij verwacht had.
De mate waarin we daardoor ongelukkig worden hangt samen met het vertrouwen dat we hebben. Als je verwacht dat het een mooie zomer wordt en het wordt in plaats daarvan lekker kwakkelen, dan valt dat tegen, maar er zijn maar weinig mensen die daardoor hun hele leven in zien storten. Dat komt omdat we weinig vertrouwen in het weer hebben, of liever: in onze weersverwachting.
Gek genoeg hebben we vooral vertrouwen in andere mensen. Ik weet dat poes Suus, onze opportunistische mee-eter, de ene keer helemaal verliefd bij Ton in bed ligt en vervolgens weken lang niet van het kussentje op mijn bank af te krijgen is. Suus is onbetrouwbaar en dat accepteer ik. Maar mensen, met name mensen waarmee ik een relatie heb die belangrijk is, die vertrouw ik. En bijna onontkoombaar ontstaan over die mensen verwachtingen.
En dat terwijl mensen de meest grillige wezens zijn die er op de wereld rondlopen, dus alle verwachtingen die ik over mensen heb kunnen zomaar teleurgesteld worden. En dat doet pijn.
Vooral als er liefde bij komt kijken lopen de verwachtingen en het vertrouwen hoog op. En als dat vertrouwen dan onterecht blijkt en de verwachtingen komen niet uit, dan is het lijden groot. Iedereen die een verbroken relatie heeft meegemaakt heeft ervaren hoeveel pijn dat doet en hoe ontregeld je leven kan zijn. En hoe langer de relatie duurt, hoe sterker het vertrouwen en hoe steviger de verwachting. En hoe groter de ontreddering.
Misschien moeten we maar ophouden met vertrouwen hebben dan? Gelukkig vinden we dat als mens heel erg moeilijk. Ik heb er eens op gelet hoeveel vertrouwen mensen hebben in elkaar, zelfs als we elkaar nauwelijks kennen. Een paar voorbeelden:
- Danielle mijn lerares Frans liet mij de tweede dag dat ik bij haar logeerde alleen in haar huis. En over twee weken gaat ze een paar weken naar zuid-Amerika en laat ze mij voor haar huis en haar dieren zorgen. Terwijl ze me nauwelijks kent.
- Ik ben een serie blogs aan het vertalen voor een Amerikaanse schrijver, die me zelfs nog nooit gesproken heeft en me alleen kent als een email-adres. Hij vertrouwt er op dat ik zijn blogs netjes in het Nederlands vertaal en niet opeens in coprolalie losbarst.
- Vorige maand heb ik tientallen uren door het verkeer heen zitten sturen, in het volledige vertrouwen dat de volstrekt onbekende tegenliggers netjes op hun stukje van de weg bleven rijden.
En als mensen ons teleurstellen in het gegeven vertrouwen, dan blijft er altijd nog het vertrouwen in het leven. Het leven zit vol met mensen die op dat moment wél te vertrouwen zijn. Vertrouw er maar op dat het goed komt, ook als er dingen gebeuren die je nooit had verwacht, ook als je vertrouwen ernstig is beschadigd. Het kan een hele tijd duren, maar het komt uiteindelijk altijd weer goed, daar ben ik van overtuigd. Gewoon adem blijven halen en dan komt er een moment dat de teleurstelling over de niet uitgekomen verwachting is weggesleten en er weer mooie nieuwe verwachtingen voor in de plaats komen, die niet beschaamd worden. Het wordt altijd weer lente.
Dus ik heb alle reden om blij te zijn met het afwezig zijn van verwachtingen, zou je zeggen. Geen verwachtingen, geen teleurstelling, geen pijn. Als ik dat probeer na te voelen klopt dat wel. Ik voel me tevreden. Niet hemelhoog juichend gelukkig, maar wel tevreden.
Maar het voelt ook wat leeg, wat doelloos, die verwachtingloosheid. En het is grappig om te zien hoe mijn hoofd het gebrek aan verwachting bijna iedere dag probeert in te vullen. Misschien moet ik wel naar Afrika of in ieder geval een paar maanden naar Nepal, suggereert het. Of toch maar een baantje zoeken in Nederland, nu programmeurs zo geliefd zijn, dan ben ik ook weer dichter bij alle lieve mensen daar. Of nu toch maar eens een grote wandeltrektocht doen of op de fiets naar Shanghai. Allemaal plannen met daaraan gekoppelde verwachtingen.
Ik trap er niet in. Ik blijf voorlopig lekker hier, vertrouwend op de lang verwachte lente.