zondag 22 november 2015

Even bijpraten

Na het de uit de lucht gevallen walnootbericht van twee weken geleden, nu een iets gedegener aanpak. Waar ben ik en hoe is dat zo gekomen?

Toen  ik in februari afscheid van jullie nam woonde ik nog op Sablou, het mooie landgoed met de koning en de koningin. Het plan was om daar tot mei te blijven en dan al huisoppassend Europa door te trekken. En plannen zijn de dingen die je maakt terwijl het leven zich daar niets van aantrekt.

Huidig huis

Ik ben in ieder geval wel Europa doorgetrokken. Van Sablou naar Nederland -waar mijn zoon 21 werd- naar Sablou naar Portugal naar Sablou naar Nederland -waar mijn moeder 80 werd- naar Val Sinestra naar het Zwarte Woud naar Beaulieu-sur-Dordogne, waar ik nu woon. Of eigenlijk woon ik in Altillac, maar Beaulieu ligt net aan de andere kant van de rivier (de Dordogne, inderdaad) en dat klinkt zo veel mooier dat ik net doe of ik daar woon.

De plannen werden aangepast omdat Ton op bezoek kwam op Sablou. Ton woonde sinds drie jaar in het Zwarte Woud, dat eigenlijk gewoon groen is en heel mooi, terwijl "Schwarzwald" klinkt als een monster uit een Harry Potter boek. Ton was vanuit Utrecht naar het Woud getrokken om een leuk huisje achteraf te kopen, maar dat viel niet mee. De prijzen waren te hoog en er was veel verkeer en het klimaat was ook niet zo goddelijk als Ton had gehoopt. Toen bovendien de huizenperikelen omsloegen in huiselijke perikelen was voor Ton de maat vol. In navolging van de Amazing Stroopwafels ging hij naar Frankrijk en kwam hij nooit meer terug.

Tuin toen
Ik had afgelopen winter redelijk goed geboerd en toen Ton langskwam met het plan om een huis te kopen in de buurt van de Dordogne ben ik mijn spaarvarken gaan raadplegen. Als ik mijn schamele spaarcentjes bij het kapitaal van Ton legde, hadden we voldoende om het begin van een klein dapper dorpje te kopen: een woonhuis voor Ton en alle vrouwen die zich bij hem thuisvoelen en een te verbouwen schuur voor mij. We zochten allebei hetzelfde: niet te veel luxe en rustig.
Ik ben met Ton een dag lang mee gaan bezichtigen om eens te zien welke huizen hij had uitgekozen en dat paste wonderbaarlijk goed.
Ton is vervolgens voortvarend aan het werk gegaan en heeft een huurhuis gevonden, waar we met z'n tweeën met gemak in passen. En daar hebben we begin mei ons hoofdkwartier gevestigd om het begin van een dapper klein dorpje te kopen.

En Sablou dan? Sablou moet het zonder mij stellen en dat lukt prima. Ik hield naast dertig uur werken voor kost en inwoning niet voldoende tijd over voor andere dingen. Ik werk nu veel minder en geniet meer.
Sablou staat voor een belangrijke beslissing. Blijft het privé eigendom met wat goedwillende vrijwilligers om alles draaiend te houden of wordt het een gemeenschap van kleine ondernemertjes die duurzaam en ecologisch en kleinschalig iets moois gaan maken. De toekomst van Sablou heeft als een dikke rode draad door de negen maanden gelopen die ik er was. En al die negen maanden bleef onzeker welke kant het op ging, omdat het gecompliceerd is om een besluit te nemen dat altijd goed uitpakt. Het leek en lijkt me goed om vanuit de verte te zien welke kant het opgaat en wie weet... Plannen maken kan altijd.

Een kasteel is het hier zeker niet, maar we hebben wel een prinsesje bij ons wonen. Ze heet Suus en ze heeft twee kamerheren die voor haar de deur opendoen als ze naar buiten wil en de deur nog een keer open doen als ze vijf minuten later toch liever binnen wil zijn. De kamerheren zetten het eten klaar, maken het huis schoon en stellen hun schoot, dekbed of zelfs hoofdkussen beschikbaar als Suus wil knuffelen. En sinds enige maanden is Suus de enige vrouw die interesse toont in de inhoud van mijn broek.

Zo wonen en werken we hier nu al meer dan een half jaar. Ton schrijft een boek en zoekt huizen. Bovendien verbouwt, verzamelt en bereidt hij het eten voor ons. Ik doe wat webwerkzaamheden, maak meubels en zo nu en dan schoon, repareer wat er te repareren valt en doe de afwas. En Suus is manager van de muizenpopulatie in en om het huis en test plekjes op slaapbaarheid.

Blik uit het keukenraam. Ander afval op de composthoop.
Het leven is hier eigenlijk heel saai en het bevalt me prima. Ons huis staat aan de rand van een gehuchtje op een heuvel en per dag komen er tien auto's langs (vijf 's ochtends en vijf 's avonds) en als het mee zit drie trekkers. In het hoogseizoen lopen er wel eens wandelaars langs. Hier en daar start iemand de kettingzaag of de grasmaaier. Verder alleen vogelzang, het ruisen van de bomen, heel zacht de rivier ver in het dal, het tsirpen van de krekels en het vriendelijke geknal van jagers in het bos. En de achterburen willen nog wel eens onwelvoeglijke geluiden maken.


Achterburen
We hebben een zomer achter de rug die eigenlijk pas vorige week is afgelopen. Wat een heerlijk klimaat! Als het begin van het dappere dorpje er komt is dat prachtig, want dan hoeven we geen huur meer te betalen. Maar als het er niet van komt blijf ik hier lekker wonen tot mijn spaarpot leeg is en ik in Nederland weer een baan moet zoeken. 

Het computerwerk begint een beetje op te drogen, helaas. Misschien denkt iedereen dat ik mijn schaapjes hier droog zit te tellen, maar ik kan en wil heel graag nieuw werk. De afstand is echt geen probleem met alle skypes, twitters en linkedinnen van tegenwoordig en ik ben eens in de paar maanden in Nederland. Als jullie iemand kennen die een website wil laten bouwen of programmeerwerk heeft, dan hoor ik het graag. Mijn etalage staat op http://www.bincweb.nl