zondag 20 juli 2014

Er was eens...

Ik ben hier nu vier weken en het wordt tijd om jullie in te wijden in de mensen die hier rondlopen. Geen alledaagse types, maar wat wil je in zo'n sprookjesachtige omgeving. Om het verhaal niet te lang te maken introduceer ik eerst de hoofdrolspelers die permanent op het landgoed wonen. Later komen de tijdelijke bewoners en langslopers aan bod.
Buiten dondert het onweer, giet de regen en stormt de wind: beter kan de entourage voor een sprookje niet worden.

De rode draad van het kasteel wordt vastgehouden door de koning. De koning is samen met de koningin eigenaar van al het moois hier. Het is een koning op leeftijd, die goedlachsheid en gevoel voor humor koppelt aan ongeduld en boze uitbarstingen, zoals een goed koning betaamt. Hij heeft er een lang en afwisselend leven opzitten, met grote studies en wezenlijke beroepen, maar houdt zich nu bezig met het snoeien en bloeien en met muziek.
De koning heeft wat excentrieke trekjes. Hij schroomt niet om in gezelschap zijn vrolijk gebloemde bermuda uit te trekken en om te draaien, als hij er achter komt dat hij deze achterstevoren aan heeft. En de toewijding aan zijn muziekbeoefening, vrij van elke conventie en minstens vier uur per dag, is fascinerend. Wanneer de koning piano speelt of op de alt (trompet) blaast kan de derde wereldoorlog losbreken zonder dat hij het zou merken.
De koning houdt van mensen - de koningin in het bijzonder-, van zijn eigen mening en van het landgoed. En van muziek natuurlijk!

De koningin houdt uiteraard ook van de koning, al is hij niet praktisch in de omgang. Verder heeft de koningin het druk. Ze wil eigenlijk van de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van het landgoed af, maar heeft te veel peper in haar koninklijke bloed om stil te zitten, dus bemoeit ze zich op een prettige manier met alles. Zo rijdt ze bijvoorbeeld regelmatig zelf het gras af.
De koningin kon vroeger ook toveren. Alles wat ze aanraakte veranderde in goud, maar sinds ze hier op het landgoed een bouwbedrijf, horeca-onderneming, bos, pension en therapeutische gemeenschap moet managen, is het goud veranderd in stenen, planken, gereedschap en maaltijden voor vrijwilligers. De koningin zit vol daadkracht en lef, wat ik meer vrouwen toewens.

Het koninklijk paar heeft 13 jaar geleden dit koninkrijkje gekocht, op intuïtie en zonder zich te realiseren wat een gedoe het is om zo'n landgoed te besturen. Ze hebben 13 jaar lang de poorten open gehouden voor iedereen die iets moois bracht en dat moois is er gekomen. Maar ook rampjes en teleurstelling. Dat ze toch volhouden om mensen met open armen te ontvangen vind ík dan weer mooi.

Naast dit paar is er ook een hof-filosoof. De filosoof is groot geworden in de woelige jaren zestig en zeventig en heeft de idealen daarvan vastgehouden en verdiept. Zijn afnemend gezichtsvermogen heeft zijn innerlijk visie alleen maar verscherpt en die botst soms met de praktische dadendrang van de koningin. Als belangrijkste raadgever zorgt hij er wel voor dat de koning en koningin en het gevolg aan bouwers, dromers en zwevers de grote idealen niet uit het oog verliezen. De filosoof houdt van vrije mensen en stimuleert iedereen om dat te worden, ook binnen deze niet altijd democratisch geregeerde gemeenschap.

Poeh poeh. Gelukkig is er ook een kok, annex grasmaaier, om de boel weer even te laten neerdalen. De kok is een aimabele Vlaming, die de passie voor een goede pastamaaltijd probeert te combineren met de zorg voor de prinsesjes. Hij is namelijk, geheel tegen de sprookjeswetten in, de vader van de prinsesjes. De prinsesjes zijn jong en vragen aandacht, zoals alle prinsesjes dat doen. En de kok is (relatief) jong en wil wat. Wat precies weet hij eigenlijk niet, maar wat meer slaap en wat tijd om de gazet te lezen zou een goed begin zijn.

De kok is getrouwd met de kamerdame, de moeder van de prinsesjes. De kamerdame is eigenlijk actrice en danseres, maar houdt zich nu bezig met het voorbereiden van gastenbezoeken. En met het opvoeden van de prinsesjes, uiteraard. De kamerdame heeft hulp van een wisselend aantal gouvernantes, afwisselend uit Nederland en België afkomstig en in de huwbare leeftijd, wat de levendigheid op het landgoed een extra impuls geeft.

De prinsesjes zijn ook danseres -net als hun moeder- of willen dat worden. Ik ben er heel blij mee dat ze hier rondlopen, met hun 2 en 4 jaar en alles wat daarbij hoort aan driftbuien, ongeduld, spontaniteit, vrolijkheid en ongereptheid. Ze kunnen volgens mij ook toveren, want mijn sipheid verdwijnt onmiddelijk als ik een prinsesje zie.

Dan zijn er ook nog de hofhonden, Chico en Lobo. Het zijn de troetels van de koning en ze genieten een hoge mate van sanitaire vrijheid op het terrein. Daar is de filosoof misschien blij mee, maar de tuinman die met z'n knieën in de drollen terecht kwam denkt daar heel anders over. De koning trimt hun vacht met de keukenschaar, dus gelukkig dat ze krullen hebben.

Helemaal onderaan de hiërarchische ladder loopt Clochette, de kat van de kok. Uiteraard weet Clochette dat dit helemaal niet waar is en dat wij vakkundig gedresseerde mensen zijn, die haar iedere dag van eten en drinken voorzien. Alleen die honden, die moet ze nog een keer laten opruimen.
Clochette houdt erg van mijn warme schoot als ik in de frisse morgen mijn eerste kop koffie drink.

Tovenaars en huisgeesten ontbreken nog aan dit sprookje, maar ik mag natuurlijk onder de vaste bewoners Maria niet vergeten, die vanonder haar koepeltje het gedoe hoofdschuddend aanziet.

------------------
Met mij gaat het uitstekend, dank u. Ik werk en geniet nog steeds met volle teugen en ben het landgoed nog nauwelijks af geweest. Veel zon, voldoende klussen om me niet te vervelen en interessante medebewoners. God kan het in Frankrijk nauwelijks beter gehad hebben.