donderdag 25 december 2014

Klein orkerstverhaal


Dit is een waar gebeurd verhaal en omdat ik de privacy van mensen uit mijn omgeving ten volle bescherm, gebruik ik synoniemen. Zo gebruik ik voor Mona en Titia de synoniemen Em en Té en voor Martin - die anders ook Em zou heten- gebruik ik Frits.

Een fijne kerst vanuit Sablou!



Lang, lang geleden in een land hier 1000 km vandaan woonde een jonge student. Mijn studie liep op z'n eind en ik voelde me wat verloren. De zomer kwam er aan en na de breuk met mijn allereerste grote liefde in de herfst wist ik niet goed wat ik met die lange zomer aan moest. Ik zou proberen in Afrika aan het werk te gaan, dat wist ik wel.

Tijdens een van de laatste koffiepauzes op de HTS werd ik aangesproken door Frits, een klasgenoot die ik eigenlijk maar vaag kende. Frits had het plan om naar Griekenland te gaan liften. Liften was toen voor jonge mensen een populaire manier van reizen. Aangezien internet alleen nog een privilege van de Amerikaanse defensie was, was er geen sprake van vooraf even een ritje uitzoeken. Gewoon met een kartonnetje langs de weg gaan staan, de plaats van bestemming met dikke viltstift zo leesbaar mogelijk op het kartonnetje geschreven.

Zo gingen onze helden op pad. Rugzak mee, waar de avond ervoor de poes een sanitaire stop op had gemaakt. Dat roken de automobilisten toch pas als je al op weg was en die lucht zou onderweg wel slijten. De reis verliep voorspoedig. De hele 900 km door Italië in één ruk van 5 uur met een vertegenwoordiger die evenveel espresso dronk als zijn Golf Turbo benzine.
Op de veerboot naar Corfu ontmoetten we ander rugzakkers. Engelsen, Fransen en zelfs Chinezen uit Nederland met een studiebeurs. Vakantiesfeer, verhalen, drank: tegen de tijd dat Corfu bereikt werd was er een groep vrienden ontstaan die met elkaar een olijfboomgaard opzocht om in te kamperen.

Ik had het prima naar m'n zin in de olijfboomgaard. De dagen waren gevuld met zon, zee en gesprekken over de zin van het leven. Frits zag ik niet vaak meer. Die had het gezelschap gewogen en waarschijnlijk te licht bevonden en was overdag vooral op het strand. Soms zag ik Frits wel met z'n handdoekje aangeschoven bij een ander groepje. Meestal vrouwen van het aantrekkelijke type.

Het was dan ook een verrassing toen Frits licht opgewonden de boomgaard in kwam. Ik moest mee want Frits had twee leuke Nederlandse meiden gezien en het presenteerde beter als je dan met twee mannen op kwam draven, blijkbaar.
Ik was wel nieuwsgierig geworden welke prooi zo overvloedig was dat Frits hem wilde delen. Een kort stukje verderop hadden zich inderdaad twee prachtige dames genesteld. Een donkerharige schoonheid met licht spottende wenkbrauwen en een Amsterdamse tongval en de allerliefste blonde engel die ik ooit had gezien. Té en Em.
Frits probeerde zijn arsenaal aan veel te duidelijke versierderspraatjes. Ik voelde me daar niet op m'n gemak bij. Moest je die meiden nou waarschuwen of was het een soort test? Als ze dit niet doorzagen dan hadden ze zin in Frits of ze waren erg wereldvreemd. Het schone duo was niet wereldvreemd en zin in Frits hadden ze ook niet. Frits werd door de dames deskundig ondervraagd op zijn bedoelingen en daarbij subtiel uitgelachen. Hij werd er wat onzeker door.
Ik had Frits nog niet vaak zo buitenspel gezet zien worden en de meiden werden er alleen maar interessanter door. Ze bleken -uiteraard- allebei een vriend te hebben. Em woonde nog bij haar ouders, Té inmiddels een jaar in Amsterdam. Het was gezellig en toen het donker was geworden en bij het zwemmen onder de sterren Em ineens in mijn armen dreef, vond ik het onvoorstelbaar geweldig. 'Ziek tof' zou het nu genoemd worden.
Dat er thuis een vriend op haar wachtte zat Em niet dwars. Een vakantieliefde moest kunnen. En een vakantieliefde werd het. Jammer genoeg maar een paar dagen, want Frits was de schwung een beetje kwijtgeraakt en liep nu vaak wat verloren rond, terwijl ik me prima vermaakte. Frits wilde op huis aan.
Bij het afscheid werden er nog adressen uitgewisseld, maar daar verwachtte ik niet veel meer van. Vakantieliefde heet niet voor niks zo, zeker als er vriend thuis zit.

Terug in Nederland was Frits snel vergeten, maar Em bleef nog dagen, nee weken in mijn hoofd zweven. Wat was ze lief en mooi. Maar er zat een baan in Zambia aan te komen in april, dus daar moest de focus op.
Eind september kwam er opeens een kaartje van Té. Ze was jarig en of ik ook kwam. In Amsterdam op haar kamer. Met m'n hart in m'n hoofd en m'n maag tussen m'n knieen kwam ik bij Té binnen. Zou Em...?
En ja hoor, Em was er en het was weer net zo leuk als op Corfu. Waarschijnlijk droeg Em's vriend daar behoorlijk aan bij door er niet te zijn. Ze deden niet zo heel veel dingen samen, begreep ik. We bleven allebei in Amsterdam slapen, bij Té in slaapzakjes naast elkaar alsof we nog tussen de olijven lagen.
De weken daarna waren er steeds vaker dingen te doen in Amsterdam. Vaak bij Té thuis of door haar geïnitieerd. En toevallig was ook Em er dan. Em's vriend was inmiddels op de hoogte van mijn bestaan, maar had er blijkbaar vrede mee. En voor Em was niets een probleem. Ze leek door het leven heen te zweven en als er al iets problematisch dreigde te worden loste ze dat op door lief te lachen en een ad-rem opmerking.
Zelfs een weekend Parijs was mogelijk. In de auto met cassettebandjes van het Klein Orkest, een Haags bandje waar Té en Em fan van waren en ik al snel ook. Leuke Nederlandstalige popliedjes, met teksten die ergens over gingen. Als je ze niet kent, kijk hier maar even. Wel terugkomen, hè?
Het was een prachtige herfst, geen grijs gezien en het heeft volgens mij ook niet geregend. Dat ik ooit nog een keer naar Zambia zou gaan leek jaren ver weg.

En toen kwam de domper. Iedere lezer zag hem al alinea's geleden hangen natuurlijk, maar ik niet met mijn verliefde hoofd. We zouden naar een concert van het Klein Orkest gaan, in Papendrecht. De tijd dat het Klein Orkest de Ziggo-Dome platspeelde was nog niet aangebroken. En dat is hij eigenlijk nooit.
Een dag voor het concert belde Em op dat ze niet mee ging. Het was haar vriend toch te veel geworden, die uitstapjes met Ben. Hij had haar voor het blok gezet: hij of ik. En ze was al zoveel jaren met hem samen en ze vond het hartstikke rot, maar nou ja, het beste. Au.

Ik ben door vrienden meegesleept naar het concert. Zonder Em vond ik niks meer leuk en zeker niet naar het Klein Orkest, dat ik dankzij haar had leren kennen. Het concert was goed, ondanks dat er TV-opnamen gemaakt werden en we als klap- en joelvee werden ingezet. Maar toen ik thuis was drong de werkelijkheid tot me door. Ook al wist ik dat haar vriend bestond op de achtergrond, het was zo makkelijk geweest om hem te vergeten als we bij elkaar waren. Nu was het klaar met Em. Geen spannende afspraakjes meer in Amsterdam, geen weekendjes Parijs. Nooit meer naar dat lachende gezicht kijken met die pretoogjes.

Kerstavond was geen feest dat jaar. Ik ben nooit een fan geweest van verplichte gezelligheid en met een gebroken hart was er al helemaal niks aan. Wel werd het concert op TV uitgezonden. Tot overmaat van ramp zat er een shot van mij in de uitzending. Close-up, in mijn beleving minstens een half uur lang. Ik had het naar m'n zin, zo te zien. Wat kan TV toch bedrieglijk zijn.
De volgende ochtend ging om tien uur de voordeurbel. Mopperend welke Jehova Getuige het in z'n hoofd haalde om op kerstochtend een hardwerkende christen uit z'n bed te bellen trok ik aan het voordeurtouw boven aan de trap. Het was geen Jehova Getuige. Het was een lachend blond meisje met pretogen. Ze had de avond ervoor ook TV gekeken en was na die close-up tot de overtuiging gekomen dat ze verkeerd had gekozen. En dat kwam ze nu goedmaken.
Ik ben een vergevingsgezind mens. En op die ochtend was ik in alle staten van blijheid. Leve de TV, leve het Klein Orkest!

Tja, en zoals bij alle mooie verhalen leefden we nog lang (toch in ieder geval dertig jaar) en gelukkig met ups en downs. Em heeft me nog vaak verrast, bijvoorbeeld door haar opleiding af te breken en me achterna te komen naar Zambia. En ze heeft me geleerd om luchtiger door het leven te gaan. We zijn niet eeuwig bij elkaar gebleven, maar toen Té afgelopen herfst haar verjaardig vierde in Amsterdam waren we er weer allebei, net als dertig jaar geleden.

Ok, ok, ik geef het toe. Het was niet op kerstochtend, dat was te mooi geweest. Maar de rest klopt wel.

zondag 21 december 2014

Door het dal

Het dieptepunt is bereikt. Korter dan vandaag worden de dagen niet meer en alsof de natuur dat wil benadrukken is het een schitterend zonnige dag, met een aangename temperatuur. De zon is hier ook in het midden van de winter nog warm, ik kan z'n kracht op m'n gezicht voelen. En het lijkt of ook Maria in de Hoogte er van geniet.


Het was nodig, na weken achtereen ook hier grijze luchten en miezerige regen. Ik heb deze weken vooral achter mijn toetsenbord doorgebracht, maar ook daar komt een omslag. De meeste Binc klussen zijn af. De komende twee weken ga ik mijn vrijheid weer een beetje vieren en kerst natuurlijk. Voor Sablou een uitermate stille kerst: naast het koninklijk echtpaar en de filosoof is er nog één kerstgast. Alle andere tijdelijke bewoners zijn naar Nederland of België vertrokken.
Volgende week komen er weer nieuwe gasten, zelfs speciaal voor mij. Erg fijn dat mijn zoon met twee vrienden de 1000 kilometer komt overbruggen.

Begin december ben ik met een groepje enthousiaste Vlamingen hier in de regio op huizenjacht geweest. Het idee was om onze euro's bij elkaar te leggen en dan een mooie hofstede te kopen, met naast een ruime woning voor het gezin van kok en kamerdame en leuk huisje voor mij en een vakantieverblijf voor het andere Vlaamse gezin. Als het even kon ook nog de mogelijkheid om wat kleine vakantiewoningen te realiseren voor de verhuur.
Dat viel niet mee. Ons budget was te krap om een mooie bewoonbare boerderij te kopen, dus werd het een visite langs 'objecten' waarvan je eigenlijk alleen muren en dak kon gebruiken. Wel op de prachtigste plekken, in een stilte van vernis, met uitzicht over beboste valleien. Hoewel we allemaal genoten van het vooruitzicht onze droom daar te realiseren, was het vooruitzicht op korte termijn niet bemoedigend. Maanden verbouwen alleen om er iets bewoonbaars van te maken en dan nog jaren om het af te krijgen. Het is niet wat ik in mijn hoofd had bij een huisje vinden op een rustig plekje in de zon.

Het bakbeest heeft me een dag lang met tegenzin naar al die idyllische plekjes vervoerd. 's Ochtends eerst naar de tandarts voor controle. Leuk om eens een tandarts (een vriendelijk Francaise) in het buitenland te bezoeken. En opvallend dat de Franse tandarts slechts eenmaal per jaar controle aanbeveelt, waar onze Nederlandse kiezenpeuteraars toch liever twee keer per jaar een factuur verzenden.
Het bakbeest wilde waarschijnlijk ook op controle, want na het tandartsbezoek begon hij te grommen. Dat grommen zwol gedurende de dag aan tot een gebrul waarvoor ik me schaamde als ik door een dorpje reed. Ik voelde me een ouder met een krijsend kind in de supermarkt. Je wilt dat het ophoudt, maar je weet niet hoe. Zo snel mogelijk naar huis.
Mijn TomTom van Medeon, het wereldberoemde Aldi huismerk voor elektronica, wist er wel raad mee. Snel naar huis, doen we! Ze (ik heb haar Mireille gedoopt) stuurde me onvervaard een onverhard bospad op en later zelfs een uitgesleten karrenspoor, dat ik in eerste instantie voorbij was gereden uit onwaarschijnlijkheid.


Het bakbeest brulde en hotste naar beneden ik zat me stilletjes af te vragen waarom ik een Mireille bij de Aldi had gekocht die mij over weggetjes stuurde waar duidelijk in geen jaren iets met vier wielen had gereden. Misschien wilde ze romantisch samen zijn, want het was al donker aan het worden. Toen het spoor zo uitgesleten was dat de buik van het bakbeest de grond raakte nam ik mij voor om nooit meer naar Mireilles te luisteren. Het pad was te smal om te keren en het liep een dalletje in met onderaan een prachtige modderpoel. Als ik daarin stil zou komen te staan moest er een goedgebouwde tractor aan te pas komen om me er weer uit te krijgen. En ik wist niet eens waar ik was, afgezien van Dordogne en Frankrijk.
Met de moed der wanhoop heb ik gas gegeven, de protesten van het bakbeest en mijn keukeninventaris negerend. Het moet een vreemd schouwspel geweest zijn, een camper met kapotte uitlaat die vol gas van de helling af komt denderen. Als ik daar had gewandeld had ik mezelf bij de politie aangegeven.

Dat ik hier nu zit te schrijven betekent dat we er doorheen zijn gekomen. Het pad liep weer omhoog en kwam zowaar op een asfaltweg terecht. Het was Mireille blijkbaar prima bevallen, want ze wilde me doodleuk 200 meter verder weer de bush in sturen. Ik moet haar nog een keer gaan uitleggen dat ik een camper heb van 3 meter hoog en geen kekke jeep met vierwielaandrijving en lier.
Het bakbeest heb ik als beloning voor zijn trouw en moed naar de uitlatendokter gebracht. En mijn beeld van de Franse dienstverlener is daar enorm van opgeknapt. In plaats van een nieuwe uitlaat van honderden euro's heeft de garagist wat bouten vervangen en stond ik voor een paar tientjes te glimmen naast mijn camper, die nu fluisterend over de Franse dreven zweeft.

Ik wens jullie een kerst met weinig TV, matig gevulde buikjes en volle harten.

zondag 14 december 2014

Handen en hoofd vol

Het is winter en de het einde van het jaar nadert. Als altijd wil iedereen nog even snel iets, voor men zich in het kerstreces stort. Of, zoals het hotel waar ik vorig jaar was, in de kerstdrukte.

Dat is voor een Binc stevig aanpoten. Een stuk of zes projecten die een eindje verderop geholpen moeten worden. Gelukkig is het buiten grijs en relatief koud. En het is stil op Sablou. Geen zomergasten, geen buitenspelende prinsesjes, zelfs de vogels houden hun mond. In de supermarkten die berekend zijn op het toeristenseizoen kun je een winkelwagentjesrace houden zonder iemand te raken.

Het gaat goed met me, maar mijn hoofd zit vol met programmeercode en databases. Net als vorige week gun ik mezelf niet de rust om mijn gedachten met jullie te delen. Maar gelukkig heb ik een mooi alternatief. Ik mag van An Burvenich dit ontroerend mooie stukje tekst publiceren. An heeft de durf en het talent om prachtige dingen te schrijven en ik hoop dat jullie er net zo van genieten als ik. An schrijft in het Vlaams.

Volgende week hoop ik er weer te zijn. Met een kerstspecial, uiteraard.



Handen
Het is lente buiten. Alleen de bladeren kleuren herfst. Vreemde combinatie. Geen handgekleum, geen vingers die van wit naar paars trekken. Daar word ik vrolijk van, vooral op deze dag, … . Ik denk aan de handen van mijn overgrootmoeder, de handen van mijn opa, de handen van mijn oma,… al die handen die ik niet meer vast kan houden.

In detail weet ik sommige bewegingen nog: hoe ze aardappelen schilden in een gekleurd bassintje, met een door de jaren krom geslepen Molenaarsmes. Hoe ze in de namiddag van 13u - 14u, rustten in overgrootmoeders schoot; hoe de ene duimnagel, in het vel van de andere duim duwde, terwijl de ogen zich even van de wereld afsloten, … hoe iedereen er op stond, op dat uurtje rust in een stilte die van een andere soort was: er waren nog tikgeluiden van wekkers en vroeger ging er ook nog een slingerklok af : BIM BAM… gedaan met de rust!

De handen van mijn opa: grote knokkels, dikke aders, afgeplatte duimnagel,… graaien in de koekjestrommel, DE KOEKJEStrommel!

In een welke- koekjes- zouden- er- dit- keer- in -zitten- raadselachtige -sfeer - gingen ze altijd eerst even over het deksel heen… gevolgd door zijn vinger die snel ergens naartoe wijst, eigenlijk nergens naartoe wijst, …en een opletten voor die andere hand die snel je koekje mee gritst…! Zijn handen die papier verfrommelden om het hout in het haardvuur aan te steken, de blaasbalg op en neer drukten,… stevige handen, rond die specifieke koffietas, rond dat ene broodmes, op dat ene broodplankje…rond zijn Ladastuur, rond zijn mond toeterend, een nepscheet producerend, rond een encyclopedie, rond de dagkalender van "London" die hij elke dag een dagje doordraaide.

De ene kant is nu meer afgebleekt, dan de andere kant. Mijn oma's handen draaiden de dagen niet meer verder door, sinds mijn opa 's handen de dagkalender niet meer konden verzetten.

Er hing een soort van fierheid om de zachte handen van mijn oma, om haar bleke frêle huid, om haar afgeronde nageltjes met een nagellakje assortie met elke bolletjeshalsketting die ze droeg, … ook op die wijze bewogen haar handen een kleine houten spatel, aan het elektrisch fornuis; knoopjes van een nieuwe Damart bloesverpakking en de daarbijbehorende verrassing; het zondagsblad en haar brilmontuur, waarachter angstige ogen een nieuwtje moesten delen om ons te waarschuwen voor de wereld buiten. Diezelfde handen vormden zich rond pastelkrijtjes, verfkwasten, kaartjes, kaders,… rond het emballeren van spullen en het uitpakken van spullen… rond haar specifieke broodmes, haar persoonlijke koffietas, haar broodplankje… ze ademden zin in smaak uit en proefden altijd naar meer.

Het is lente buiten. Ik ga niet naar het kerkhof. Ik hou daar niet van. Op het kerkhof zijn mensen dood. Ik ga naar buiten. Ik denk aan handen en hou ze zolang ik kan, levend.

zondag 30 november 2014

Alles stroomt

Alles verandert voortdurend. En daar houden wij niet van. Dat is de strekking van een deel van mijn boeddhisme-voor-beginners boekje. Dat ik dat las werd veroorzaakt door zo'n verandering, in dit geval een verandering in het weer.

Afgelopen vrijdag hebben we hier een heuse herfststorm gehad, na een periode waarin de nazomer maar bleef duren. Maar wel een herfststorm onder vreemde omstandigheden voor iemand uit de lage landen. Het was zonnig en een graad of twintig. In het oosten trok de hele dag een diep donkergrijze lucht langs. En het stormde mild.

In Nederland zou er geen code oranje voor worden afgegeven en of dat in Frankrijk wel gebeurde weet ik eigenlijk niet. We leven hier zodanig op een Nederlands eilandje dat waarschuwingen van de Franse instanties aan mij voorbij gaan. Maar een storm heeft hier bijna onvermijdelijk stroomstoringen tot gevolg. Dat komt omdat de kabels hier in de lucht aan palen hangen en niet in de vette klei liggen, zoals in Nederland. En dat komt weer omdat het hier hobbelt en de ondergrond vaak harder is dan vette klei en Frankrijk een groot land is. Een heel gedoe om daar overal sleuven in te gaan graven en Fransen houden niet van gedoe.
Als er bij zo'n storm een boom in de buurt op de kabel valt, valt bij ons de stroom uit. Uiteindelijk komt hij wel weer terug, die stroom, maar hoe lang dat gaat duren weet niemand. Dat hoort ook een beetje bij Frankrijk, geloof ik. Zo wachten we al een paar maanden op een offerte voor een nieuwe tunnel voor de trekkers. Die tunnel is het slachtoffer geworden van een boom bij de vorige storm. Telkens als we er om vragen is het antwoord dat de offerte volgende week komt, maar volgende week is een rekbaar begrip. Nu kun je je bij een trekkertunnel nog voorstellen dat het even duurt voor iemand verzonnen heeft hoeveel een nieuwe moet kosten, maar we zitten ook al een klein maandje op mest te wachten. Je weet wel, poep van koeien. De meeste boeren zijn blij als ze van die zooi af zijn, en wij willen het kopen! Je zou denken dat de mestwagens in drommen voor de poort staan, maar hier komt hij nog altijd volgende week, al weken lang.

En daar zat ik dan op vrijdagmiddag, met een hoofd vol deadlines en een computer die gebrek aan elektriciteit had. Het is grappig hoe dat verloopt. Het eerste uur bleef ik nog in de buurt, hopend dat het snel verholpen zou zijn. Van binnen boos op alle weergoden en Franse luiwammesen die niet in staat zijn om een kabeltje aan elkaar te knopen. Alle alternatieven komen langs en worden weer verworpen. Tot uiteindelijk de onvermijdelijke conclusie komt: ik kan er niets aan doen, dus moet ik het maar naast me neerleggen.
Ik ben gaan wandelen tot het donker was. Daar komt het bijna nooit van in deze drukke periode. Toen ik terugkwam en het landgoed in duisternis gehuld zag, wist ik dat het niet meer goed zou komen. Maar ook gedwongen niets doen heeft zijn voordelen. Met een kaars en een zaklantaarn een boek lezen, iets te eten erbij en een biertje: helemaal niet slecht. En van mijn boeddha boekje leerde ik dat verandering onvermijdelijk is en dat wij er niet van houden.


Ik had net het biertje op toen het licht weer aan ging. Nu was dat biertje niet zomaar een biertje. Het was een Amsterdam Maximator. Voor degenen die denken dat ik te veel science fiction lees, hier het fotografisch bewijs. De Amsterdam Maximator wordt in Holland gebrouwen en heeft een alcoholpercentage waar een vat beaujolais zich bij thuis zou voelen. In Nederland nog nooit gezien, maar hier gewoon in de supermarkt te koop, in halve liter blikken.
Weer aan het werk om een aantal van die deadlines te ontzenuwen lukt niet meer, nu ik op z'n Amsterdams gemaximeerd was. Maar na ook dat geaccepteerd te hebben was ook dat geen probleem meer. Sterker nog, ik heb een fantastisch ontdekking gedaan.

Tijdens de stroomstoring had ik bij gebrek aan degelijke warme maaltijd twee toetjes genuttigd. De toetjes in Frankrijk komen niet in literpakken, zoals de gele vla, maar in van die nauwelijks éénpersoons plastic bekertjes. En met de inspiratie van de Maximator in het bloed realiseerde ik me hoe wonderlijk die bekertjes zijn. Ze zijn namelijk identiek. Dat zie je als je ze naast elkaar zet. Maar toch past de één in de ander, helemaal tot aan het randje. Dat veronderstelt dat de één groter is dan de ander. Maar als je ze omdraait past de ander ook moeiteloos in de één. Wat veronderstelt dat de ander groter is dan de één. Ze zijn dus allebei even groot, maar toch allebei tegelijkertijd groter én kleiner dan elkaar. Ik heb het later nog met een derde erbij geprobeerd (het zijn lekkere toetjes) en ook dat lukte.
Hoe ik het precies moet plaatsen weet ik niet, maar op één of andere manier voelt dit ook boeddhistisch aan. Groter, kleiner, het zijn allemaal maar eigenschappen die niet echt bestaan, maar alleen ontstaan door de manier waarop je er naar kijkt. Ik ga meer van die Maximators kopen en hou jullie op de hoogte van de vorderingen.


Ook grappig aan de stroomstoring was dat het op Black Friday was.
Tot vorig jaar wist ik alleen van een goede vrijdag, maar de cultuur uit de VS rukt op en Black Friday rukt mee. Voor de zalig onwetenden: Black Friday is de dag waarop het kerst-koopseizoen begint. Om dat te vieren smijten de winkels met aanbiedingen en koopjes op Black Friday en de zaterdag en zondag erna. Het Nieuwe Pasen voor de consument die er in gelóóft.
En dat in een week waarin we geen vieze vaatdoekjes mogen gebruiken omdat het slecht is voor de economie als we er ziek van worden. En de week waarin in een ziekenhuis gezond eten wordt geïntroduceerd omdat het beter is voor de economie als we snel beter worden.

Mijn moeder is gelukkig weer thuis, bij haar schone vaatdoekjes en haar eigen eten. Of de economie er beter van wordt weet ik niet, maar ik ben een stuk blijer. Dat is in ieder geval een verandering waar ik niet ongelukkig van wordt.




zondag 23 november 2014

Veelkleurig

Meestal is er wel een thema als ik begin met het schrijven van een stukje, maar vandaag niet. Misschien ligt het aan de onrust van deze herfstweken. Ik reis heen en weer tussen Utrecht en Sablou en moet na mijn afwezigheid in september hier nog steeds goed landen.
Ook de herfst is nog niet goed geland. Het is op een vreemde manier warm de laatste dagen. Boven de twintig graden, maar bewolkt en benauwd alsof er onweer gaat komen. En zo nu en dan waait de wind hard uit het zuiden waardoor het gele blaadjes sneeuwt.


Afgelopen week ben ik hier weer terug gekomen na een bliksembezoek aan Nederland. Mijn dochter heeft haar diploma en mijn moeder maakt het goed. Op de terugweg heb ik een lieve vriendin meegenomen naar Sablou. Inmiddels is ze weer vertrokken, maar ze heeft haar sporen nagelaten: een groene deur en een plekje in een aantal harten. En een boek over boeddhisme in mijn handen.
Het is fijn om weer eens te lezen hoe eenvoudig boeddhisme eigenlijk is. En hoe het niets te maken heeft met geloven of religie.
Ervaar het leven zoals het nu is: geniet van de leuke dingen, wees verdrietig over de vervelende dingen. Maar laat het niet met je op de loop gaan. Wees nu niet ongelukkig over iets dat morgen fout zou kunnen gaan, want dat is niet nu en bovendien gebeurt het meestal niet. En verheug je niet de hemel in over iets dat morgen gaat gebeuren, want dat is morgen pas. En misschien gaat het niet door.
Zo simpel is het. En zo moeilijk tegelijk.

Het was opmerkelijk dat hier afgelopen week twee vrouwen van 25 jaar oud op Sablou waren, die allebei in een fase van leegte terecht zijn gekomen. Allebei hebben ze hun opleiding voltooid en lonkt er een toekomst in een mooi beroep. De één als wetenschapper, de ander als danseres en allebei de dames willen niet meer. Ze weigeren om het pad op te gaan dat voor hen ligt uitgestippeld. Lichaam en geest verzetten zich zo hevig dat het duidelijk is dat ze dit niet moeten doen. Aan het soort beroep ligt het niet, zou je zo zeggen: meer contrasterende beroepen kun je niet verzinnen.
Ik vind het heel erg dapper dat beiden de moed hebben gehad om te weigeren. Om het uitgestippelde traject -ook al zijn ze zelf de stippelaars geweest- te durven verlaten en de leegte er te laten zijn. Hoe die leegte ingevuld moet worden weten ze nog niet en leegte is eng. Juist omdat vanuit de leegte van alles fout kan gaan. Geen baan, geen geld, geen zekerheid, om maar eens een paar dingen te noemen. De toekomst dreigt hen tegemoet.

Het boeddhisme zou er wel raad mee weten: niet mee bezig houden, met die toekomst. Je leeft nu en nu ben je op Sablou, waar het heerlijk is. Waar de herfst warm waait, de cruesli voor je klaar staat en er altijd wel iets te verven is.


Beide jonge vrouwen zijn nu weg en dat vind ik jammer. Er is me een paar keer gevraagd in de afgelopen weken wat ik nu toch zoek of vind bij jonge mensen en in dit geval vooral jonge vrouwen.
Het voor de hand liggende antwoord is natuurlijk dat ik de vijftig gepasseerd ben en mijn angst voor de naderende ondergang, afbraak en dood wil pareren. Penopauze enzo. Wellicht speelt dat onbewust een rol, maar het dekt niet het hele verhaal. Het is ook het zoeken en twijfelen van jonge mensen dat me boeit. De twijfel waar met name vrouwen mee worstelen. 
Ik heb in de afgelopen jaren zekerheden opgebouwd waarmee ik mijn eigen onrust en twijfel heb kunnen beteugelen. Het is fijn om die te toetsen aan de twijfels van andere mensen. Soms kunnen mijn zekerheden de twijfels verminderen. Soms moet ik constateren dat mijn zekerheden schijn zijn.

Het wordt mooi geïllustreerd door het boeddha-boek. Tegenover mijn zekerheid dat ik echt wel weet wat boeddhisme inhoudt, staat het spontane gebaar van een 25-jarige die mij een boeddhisme-for-dummies boek geeft. En ik ben het gaan lezen als een dummy, al mijn zekerheden vergetend.

Maar ik moet tussen al deze diepe gedachten de mooie dagelijkse dingen niet vergeten. Duizend leuke dingen tegen de zorgen van morgen.


Zoals een dubbele regenboog op het vliegveld van Bordeaux. Iemand die somnoloog is van beroep, wat me sowieso heerlijk lijkt, en dan ook nog Hans Hamburger heet. 
Wachten voor een stoplicht in een Frans stadje, om 22.00 uur op een doordeweekse donkere avond, bij een kruispunt dat er totaal verlaten bij ligt, net als het hele stadje. Alsof het kruispunt en alle huizen en dat stoplicht er speciaal alleen voor mij zijn neergezet.
Tevergeefs naar de doe-het-zelf winkel rijden omdat het de feestdag van Sainte-Catherine is, de patrones van alle ongehuwde 25-jarige vrouwen, en de doe-het-zelf winkel dan pas om 3 uur de deuren opent.
En alle tinten bruin, oranje, rood, geel en goud die de herfst in de Dordogne me voorschotelt.

maandag 10 november 2014

Herfst

Het is onafwendbaar, ook in het zuiden van Frankrijk. De herfst.

Hij kwam geheel in stijl, met een stevige onweersbui en een grote bak regen. En de temperatuur zakte vijf a tien graden. Eerst probeerden we weerstand te bieden met truien en hier en daar een straalkacheltje. Maar na een aantal dagen bij 14 graden achter mijn bureau zitten kleumen, ging gelukkig de kachel aan.

Aan kachels geen gebrek hier. De koning heeft een tijd Noorse kachels gespaard en die kom je her en der tegen. Fantastische smeedijzeren dingen waar je een pijp op moet aansluiten en hout in moet gooien. En dan heb je een kachel en een gasfornuis tegelijk.
En met het mooie avondlicht van de herfst er op krijg je dit. Wel even de tulpen verwijderen voor je hem aansteekt.



De herfst brengt behalve kachelwarmte en mooi licht nog meer geneugten. In Nederland komt vooral de wilde tak van de familie voor, maar hier liggen ze gewoon tam te wachten tot je ze opraapt. En veel! De eekhoorns vallen boerend uit de boom, zo veel.
Gepoft worden ze gewaardeerd en ook gekookt schijnen ze lekker te zijn door de salade. Ik vind ze eigenlijk meer mooi dan lekker. Dat bruin!


Afgelopen week ben ik voor een groot deel aan het doorwerken geweest achter de computer. Er moeten een paar projecten af voor Sinterklaas z'n verjaardag viert. Het werk voor Sablou is er een beetje bij ingeschoten en ook voor een mooi blog onderwerp heb ik mezelf geen tijd gegund. Het is dus een beetje magertjes wat ik te melden heb.
Ik wil wel mijn gastdame en gastheer bedanken voor hun flexibiliteit. Ik ben hier nauwelijks teruggekomen, sindsdien bijna volledig in beslag genomen door m'n eigen werk en morgen vertrek ik alweer voor een week naar Nederland. Het wordt allemaal met veel goedmoedigheid ontvangen en geaccepteerd. Erg fijn dat ik op deze manier hier kan leven.

Dan maar plaatjes. Deze kwam ik onderweg naar Sablou tegen in Gent. Ik heb de suggestie geprobeerd op te volgen, maar het kostte me moeite. Met dank aan de meneer van de parkeerdienst voor het tactisch plaatsen van het oranje bordje.


En de natuur blijft fascineren. De ene boom heeft er duidelijk genoeg van en trekt nog één keer z'n mooiste pak aan, om straks kaal de winter te trotseren. Terwijl een nieuw boompje net uit het ei(keltje) is gekropen.



Komende week ben ik in Nederland. Mijn moeder is nog steeds in het ziekenhuis, maar het gaat gelukkig beter. Ik kan haar heel snel een dikke knuffel geven. Het belangrijkste doel van mijn bezoek is het diploma van mijn dochter. Die bolleboos heeft haar bachelor gehaald en is nu een master logica aan het doen. Dat is wiskunde op een niveau waar ik niet aan kan tippen. Ik ben een trotse vader, dat heb ik volgens mij al eens laten weten.

De rest van de leesstof kopieer ik zonder blikken of blozen van de Facebook pagina van An Burvenich, die zelf ook prachtige dingen schrijft. Als ik toestemming van haar krijg zal ik er eens eentje plagiëren op deze plaats.
Deze is van Freek de Jonge die, als hij zijn ego vergeet, best mooie dingen kan zeggen en schrijven. Misschien is deze wel bestemd voor mijn dochter.

Wees niet bang je mag opnieuw beginnen
Vastberaden, doelgericht of aarzelend op de tast
Houd je aan de regels of volg je eigen zinnen
Laat die hand maar los of pak er juist één vast

Wees niet bang voor al te grote dromen
Ga, als je het zeker weet en als je aarzelt, wacht
Hoe ijdel zijn de dingen die je je hebt voorgenomen
Het mooiste overkomt je, het minste is bedacht

Wees niet bang voor wat ze van je vinden
Wat weet je van de ander als je jezelf niet kent
Verlies je oorsprong niet door je te snel te binden
Het leven lijkt afwisselend maar zelfs de liefde went

Wees niet bang je bent één van de velen
en tegelijk is er maar één als jij
Dat betekent dat je vaak zal moeten delen
en soms zal moeten zeggen: laat me vrij!

zondag 2 november 2014

Knieval

Soms vraag ik wel eens aan mensen aan welk zintuig ze meer gehecht zijn: zien of horen. Opvallend genoeg kom ik regelmatig mensen tegen die liever blind zouden zijn dan doof.
In de nabije toekomst ga ik eens kijken hoeveel mensen bereid zouden zijn om hun algehele gezondheid, welbevinden en zelfs hun kans op overleven op het spel te zetten om hun knieën te behouden. Hoeveel procent kans op overlijden zou je accepteren om pijnloos te kunnen lopen?

"Lekker ver gezocht, Ben", hoor ik mijn lieve lezers denken. "Heb je niks beters te doen op de vroege zondagmorgen?".
Eigenlijk is het al mooi dat mijn hoofd leeg genoeg is om deze onzinnige dingen te denken, want de afgelopen week zat het vol met programmeercode. Er moest een klus af en daar is alles voor opzij gezet. Uiteraard niet het whatsappen en scrabbelen van vorige week, maar mijn verplichtingen aan Sablou heb ik opgeschoven naar de toekomst. Zelfs het feit dat dit de laatste week was van zomerse temperaturen en zalige zonneschijn heeft me niet kunnen verleiden om de computer te verlaten.
Dit om het beeld bij te stellen dat ik hier in een soort luilekkerland leef. Niets van dat alles, keihard buffelen! Op z'n tijd.
Het nadeel van op afstand werken is wel dat ik erg afhankelijk ben van goedwerkende techniek. Eén van de belangrijkste schakels daarin is elektriciteit van goede kwaliteit. Dat was niet steeds voorradig. Om een duistere reden ging op het hele domein het licht uit als je in de houtwerkplaats het licht áán deed. Het is weer eens wat anders, een knopje waarmee je overal het licht uit kan doen. En meteen ook de computers, vrieskisten, modems, koelkasten, elektrische fornuizen, radio's enzovoort.
Het blijft toch ook knus, een avond bij kaarslicht en een houtvuurtje. Het enige dat je nog kunt doen is met elkaar praten en vroeg naar bed.


Gelukkig doen mobiele telefoons niet mee met de malaise als de elektriciteit het begeeft. Ik ben afgelopen week aardig afhankelijk geweest van dat ding om contact te houden met het ziekenhuis in Rotterdam, waar mijn moeder nu al meer dan een maand probeert uit te komen.
Een maand geleden werd haar tweede knie vervangen door een prothese. Het was geen gelukkig moment om onder het mes te gaan: ze had een jaar achter de rug met hartaanvallen, aanhoudende benauwdheid en groot verlies van levenslust en energie. Na lang zoeken waren de artsen er achter gekomen dat ze astma had. Een puffertje deed wonderen, maar haar vorm was nog niet grandioos.

Nu was het zoeken opnieuw begonnen. Er zat, na de knie-operatie, een ontsteking ergens in het lichaam van mijn moeder. Zo lang er antibiotica en pijnstillers werden toegediend voelde ze zich goed, maar zodra dat gestopt werd vlamde de ontsteking op en ging de nieuwe knie ontzettend pijn doen.
Alle registers werden opengetrokken bij het zoeken naar de ontsteking. Wekenlang werden alle lichaamssappen door het lab geanalyseerd, maar uit niets werd duidelijk waar de ontsteking zat. Volgens de behandelend geneesheer, die specialist is in knieën en dergelijke, kon het de knie niet zijn, want die zag er goed uit. Vanaf de buitenkant, dus.
Intussen wilde de mensen die van mijn moeder houden dat er vaart in kwam. Een paar weken ziekenhuis is natuurlijk fantastisch, maar op den duur wordt het een beetje saai. Bovendien at moedertje al weken slecht en sliep ze voornamelijk. Het leven bestond voor haar uit gedrogeerd of met pijn in bed liggen.
Ik ben gaan bellen met de verzekering om te kijken of er een andere specialist ingeschakeld kon worden. Eentje die verder keek dan de buitenkant van de knie. En tot mijn verbazing was daar geen enkele mogelijkheid toe. Let op, want dit schijnt universeel te zijn voor de Nederlandse gezondheidszorg!
Zo lang je in een ziekenhuis bent opgenomen is het niet mogelijk om overplaatsing naar een ander ziekenhuis te krijgen of zelfs maar een second opinion te krijgen van een arts uit een ander ziekenhuis.
Opmerkelijk, gezien het gerommel dat de afgelopen jaren aan het licht is gekomen van allerlei artsen in allerlei ziekenhuizen.

Gelukkig is de behandelende kniekraker tot inkeer gekomen na een beroep op zijn gezond verstand. De knie is gisteren opengemaakt en er is zowaar een infectie aangetroffen. Hoe verrassend!
Voor mijn moeder betekent het een verlengd verblijf in het ziekenhuis en een volgende operatie over 2 à 3 weken. Ik hoop dat het haar algehele welzijn niet al te erg verziekt.

Welk offer breng je voor een nieuwe knie? Het is misschien maar goed dat je het vooraf niet weet.



zondag 26 oktober 2014

Ver

Ik heb het blog definitief verplaatst naar http://fransekaaskop.blogspot.com De verwarring tussen Zwitserse en Franse kaas werd te groot en volgens de richtlijnen van de Europese Commissie mogen bloggen geen verwarrende adressen hebben. Op dat Zwitserse webadres rest niets dan leegte, helaas.

Volgens de klok is het winter. Vannacht hebben we een uur nacht extra gehad, als kleine goedmaker.
Ook op het landgoed is te merken dat de zomer voorbij is. De bomen hebben hun vruchten afgegeven en beginnen hun blaadjes te laten vallen. De zon schijnt nog iedere dag volop, maar hoger dan 20 graden komt de temperatuur niet makkelijk meer en de ochtenden zijn gevuld met nevel, wat prachtige plaatjes oplevert.


Ook mijn leven hier is iets anders dan in de afgelopen maanden. Ik ben nu weer een week terug en het is alsof ik nooit weg ben geweest. Wel een stuk rustiger, met een handjevol bewoners en een zeldzame gast.
In plaats van met ziel en zaligheid aan het onderhoud van het landgoed te werken, besteed ik halve dagen aan het onderhoud van de websites en databases van mijn klanten. En dat is nodig ook, na vijf weken rondreizen en het leeghalen van mijn huis in Utrecht.

Er is ook minder werk hier. Geen gasten die WC's kapot maken of laten verstoppen en ook het zwembad heeft niet meer mijn dagelijks aandacht nodig. Het was aardig verkleurd in de afgelopen weken en de enigen die er nog in rondplonsten waren padjes, die er van af waren geraakt. Helaas konden de meesten de uitgang niet vinden, dus heb ik er een paar uit moeten vissen die inmiddels hun buik vol hadden van het zwembad.


Het verdelen van de aandacht voelt nog onwennig. Het landgoed en alles wat daar op en om te doen is, werkt als een magneet. Het kost nog moeite om een klus halverwege de dag te laten liggen om achter mijn computer te kruipen en te gaan programmeren, maar dat gaat wel wennen.
De realisatie dat ik ver weg ben van Nederland is nu wel heviger dan in de vorige periode. Een van de redenen is de gezondheid van mijn moeder, die voor een nieuwe knie het ziekenhuis in ging, begin deze maand. De knie is vervangen, maar tijdens dat proces is er een bacterie naar binnen gekropen en er zit nu ergens in haar lichaam een ontsteking die niet te lokaliseren is. Ze is er ziek van. Voor mij is het een bevestiging dat ziekenhuizen helaas maar al te vaak hun naam waar maken.

Het is moeilijk om duizend kilometer ver weg te gaan als mensen waar je van houdt niet mee gaan. Ik probeer via de telefoon wel contact te houden, maar één knuffel doet meer dan een heleboel woorden. En behalve de mensen waar ik licht bezorgd over ben, zijn er nog een paar die wel behoorlijk ver weg voelen.
Ik heb mijn kinderen maar een paar uurtjes gezien, al was het wel fijn. Voor het eerst in mijn leven ben ik bij mijn dochter gaan eten, in haar huis! Gelukkig gaat het met hun wel goed en ben ik over drie weken weer terug voor een diploma-feest.
En ook een leuke dame die ik in die twee weken Utrecht beter heb leren kennen moest ik achterlaten. Spannend hoe zo'n relatie zich via whatsapp en wordfeud gaat ontwikkelen, maar dichterbij zou leuker zijn.
Het was wel heel fijn om een lading mensen te zien en spreken. Helaas ook een paar mensen die ik gemist heb. Soms was het een beetje te snel na elkaar. Zo was ik een half uur op een feest in Amsterdam, omdat de afspraak ervoor gezellig uitliep en de afspraak erna ook belangrijk was.

Als ik hier mijn definitieve stekkie vind, zal de toekomst er op die manier uit zien. Bezoeken aan Nederland met een volle agenda en veel afspraken. Niet de dosering waar een kluizenaar per sé voor kiest.
Naar het definitieve stekkie wordt goed gezocht op dit moment. Ik mag nog op mijn lauweren rusten, maar als er iets passends gevonden wordt kan het snel gaan. Wat mij betreft mag het nog even duren.

Het leven op Sablou is fijn, ook in de herfst.

zaterdag 13 september 2014

Naar huis

Mijn laatste weekend hier op het landgoed. Aanstaande maandag stap ik in het oude bakbeest met wat spullen voor onderweg en ga ik via een hele grote omweg naar Nederland. Onderweg mooie nieuwe en oude vrienden zien en spreken, daar verheug ik me enorm op.

Tussendoor wordt ik ook weer even gewoon Zwitserse kaaskop, maar of het lukt om daar vandaan te schrijven weet ik niet. Dan naar Utrecht, waar ik ook zo veel mogelijk lieve vrienden wil zien. En dan komt het begin van het einde van heel lang in Utrecht wonen. Mijn knusse hokje aan het kanaal ga ik leeghalen en geschikt maken voor bewoning door een jonge vrouw, die ik leerde kennen toen ze een beginnend pubertje was. Het stokje wordt weer doorgegeven.


Het zal raar zijn om bijna helemaal definitief weg te gaan van de Johan Wagenaarkade. Toen ik er kwam wonen 18 jaar geleden leek het een tijdelijk onderkomen voor een jaar of twee. Zo'n typisch scheidingsappartement. Maar ik ging nooit weg, niet na 2 jaar, niet toen de kids naar de middelbare school gingen en ook niet toen ze het huis uit gingen. Het is gewoon een veel te knus hokje, met veel te weinig ruimte voor ons drieën, maar het beste uitzicht van Utrecht en in een fijne wijk. En die ruimte, ach daar vonden we wel weer een oplossing voor met hoogslapers, bankslapers en zelfs een deeltijdbed: voor Jop als hij er was, voor mij als Jop er niet was. Er is zelfs een periode geweest dat er ruimte over was voor een caviaparadijs. En de laatste 15 jaar was er ook nog een bedrijf in gevestigd. Het zal fijn zijn om er weer even te zijn. Dus geen foto's van Sablou dit keer, maar van 'thuis', waar de mooie herinneringen wonen.


Half oktober gaat het bakbeest dan weer richting Sablou, waar ik in ieder geval tot mei volgend jaar zal blijven. Hoe de toekomst precies gaat verlopen weet niemand, maar de kans is wel groot dat ik niet meer heel lang in Nederland kom wonen. Het klimaat hier is zo fijn en het gebied zo mooi, dat ik mijn best ga doen om een mooie plek te vinden, hier in de buurt. In eerste instantie wordt dat een zoektocht samen met de kok en de kamerdame en de twee prinsesjes, maar wellicht wordt het gezelschap wel groter.
Hoewel ik toch het sterke voornemen had om kluizenaar te worden is dat door mijn verblijf in Val Sinestra en nu hier wel op de tocht gezet. Het is nog steeds heerlijk om alleen te zijn met m'n gedachten, maar ik merk dat mensen om me heen hebben ook belangrijk is. Ik mik dus op de status 'kluizenaar met gezelschap'. En ik hoop dat veel van jullie me op komen zoeken als ik m'n hutje op de heuvel heb gevonden.

De zomer is hier ook naar z'n einde aan het gaan. Het is nog iedere dag zwembadweer, maar 's ochtends wordt het steeds later licht en 's avonds steeds kouder. Ik kom het leven nog steeds wel door op teenslippers. De afgelopen week was bijzonder boeiend door de aanwezigheid van twee vrouwen in de huwbare leeftijd, waarvan ik hoop dat het nog heel lang vriendinnen zullen zijn.
De laatste groep gasten is nu vertrokken en dus breekt er een periode aan waarin ik het landgoed op een heel andere manier ga leren kennen. Een handjevol mensen, maar waarschijnlijk wel veel vrienden en familie op bezoek. Minder uren voor Sablou werken en meer voor Binc. En met kerst picknicken, schijnt.

Sablou wordt dus mijn volgende thuis. Ik ben hier nu bijna 3 maanden geweest en het was een prachtige en intensieve ervaring. Ik voel me hier in het paradijs, maar ben ook van alles tegen gekomen waar ik me de afgelopen jaren tegen probeerde te beschermen. Dominante mannen, lieve vrouwen, lieve mannen en dominante vrouwen. Vijanden, vrienden, melancholie, liefde, verdriet, blijdschap, tevredenheid en een groeiend gevoel dat er een richting is die ik nog moet gaan ontdekken. De mensen hier zijn net mensen uit de echte wereld, met mooie en kwalijke kanten, zoals ik die zelf ook heb. Het lukt steeds beter om toch van allemaal te houden, ook al zijn ze soms irritant, onredelijk of onvoorspelbaar.

Ik ga mijn best doen om iedere week te blijven bloggen. We zien wel. Ik hoop dat ik veel van jullie in Nederland kan knuffelen en degenen die ik daarbij mis moeten maar denken dat ik iedereen zo nu en dan mis.

Leef fijn.

zaterdag 6 september 2014

Kabouterzoekers

We wonen hier midden in het bos op een heel oud landgoed. Dat nodigt uit tot romantische bespiegelingen. En tot het zien en horen van dingen die je ook op een andere manier uit kunt leggen. Zo was ik er vanmorgen vroeg van overtuigd dat er booswichten en onverlaten bezig waren onze tractoren te stelen. Ik hoorde steeds metaalachtige geluiden uit de richting van de trekkerloods komen en de natuur maakt geen metaalachtige geluiden, dus moesten het schurken zijn. Het was bovendien mistig.
Gewapend met alleen het zakmes waarmee ik net m'n appeltje had geschild sloop ik het bos door, geen idee wat ik zou doen als ik de schooiers zou betrappen. Iets krachtigs roepen in het Frans, ofzo. Het landgoed was verder nog in diepe rust, want zo vroeg. En ik ging geen medebewoners wakker maken natuurlijk, want stel je voor dat het vals alarm was.
Hoe dichter ik in de buurt van de trekkerloods kwam hoe duidelijker het werd dat er met zekere regelmaat ergens op geslagen werd. Ik klapte ook het kleine nagelschoonmaakmesje uit: mij maakten ze niet bang!
Bij de trekkerloods bleek echter niemand te zien. Ook geen hele kleine mannetjes of half doorzichtige wezentjes met vleugels. En het metaalgeluid bleek veroorzaakt te worden door vallende eikels (die vruchtjes) die om onverklaarbare reden vanochtend opeens massaal het luchtruim kozen. Het zal wel iets met de mist te maken hebben gehad.


Zo makkelijk is het dus om dingen te zien of horen die je ook op een andere manier uit kunt leggen. Het is hier trouwens nog lang niet zo erg als vorig jaar in Val Sinestra. Op één of andere manier voelt het hier vriendelijk aan. Op welk moment van dag of nacht ik hier ook ben, het voelt hier veilig en vreedzaam. Dat geldt zowel voor het donkere bos als de grote zolder.
Dat kan komen omdat we bewaakt worden door onze totem. Hij heet Ullr en staat op een mooie plek tevreden te wezen. Vooral omdat hij door de koning in een weldoordacht nieuw verfjasje is gestoken.
Ullr trekt alle kwade geesten uit het bos aan en bindt ze dan, zodat wij er geen last van hebben. Wat mij betreft prima. Hij wordt er een beetje bij geholpen door Otto, die een laatste rustplaats heeft gevonden in de armen van Ullr. Otto is de Surinaamse kok die hier jarenlang de scepter over de keuken heeft gezwaaid. De kwaliteit van zijn maaltijden werd ruimschoots goedgemaakt door zijn onstuimig karakter, begrijp ik uit de verhalen. Otto is gecremeerd en zijn as hangt in een mooie zak aan de hand van Ullr. En omdat Ullr gerestaureerd werd, heeft Otto een nieuwe zak gekregen. Helaas kon hij niet terug aan Ullr zolang Ullr nat was, dus zwerft Otto een beetje rond in z'n nieuwe zak. Nu geloof ik dat Otto ook in het leven al een beetje een zwerver was.
Ik kan me voorstellen dat de combinatie Ullr en Otto iedere boosaardige gnoom te veel is. Otto kon met enkele welgemikte woorden drie meisjes in tranen z'n keuken uit jagen, dus wat is dan nog een gnoom. En Ullr vind ik zelf ook wel een beetje evil. Hij lacht wel, maar z'n ogen kloppen er niet bij.


Genoeg geestelijk leven hier dus. Want we hebben natuurlijk ook nog Maria-met-het-onbevlekte-hoofd, bovenin de kapel. Er zijn dan ook meerdere groepen per jaar die hier de spiritualiteit komen proeven. Het hoogtepunt waren voor mij de kabouterzoekers.

'Kabouterzoeker' is natuurlijk een laag bij de grondse term die ik verzonnen heb voor deze mensen en die de lading in het geheel niet dekt, maar het geeft wel kort en krachtig weer waar ze mee bezig waren. Uiterlijk zag het er een beetje vreemd uit. Stel je een groep mensen voor in een halve cirkel opgesteld, die allemaal gebaren maken of ze het verkeer aan het regelen zijn op een druk kruispunt. En elk op z'n eigen kruispunt. Dan krijg je een enorm gezwaai en gedraai.
Ik heb geprobeerd te begrijpen hoe het precies in elkaar zat, maar het waren allemaal Fransen en mijn Frans is er in deze Nederlandse kolonie nog niet heel erg op vooruit gegaan. Wat ik er van begrepen heb is dat ze communiceren met natuurwezens en -energieën.  Maar dat communiceren moet je weer niet uitleggen als een vrolijk gesprek over hoe het nu is om kabouter te zijn en hoe vaak je nu eigenlijk je baard moet knippen. Het is meer "een soort van voelen van energie".
Ik vind het moeilijk om me in deze mensen te verplaatsen. Waarschijnlijk mis ik wat zintuigen en ben ik te rationeel. Daardoor kan ik de natuurgeesten niet voelen en dat vind ik jammer. De kabouterzoekers komen hier al een aantal jaren en de energie hier is een stuk positiever geworden in de loop van de tijd. Ze vinden zelf dat dat door hun inspanning komt. Dat is natuurlijk moeilijk te controleren, maar het landgoed is er in ieder geval niet slechter op geworden. En het zijn aardige mensen.



Iedereen kan het trouwens leren, het communiceren met de natuurenergie, in een vierdaagse workshop. Kost een paar centen, maar dan kun je ook een soort van kabouterenergie voelen, zeg maar. En bovendien een tijd hier op Sablou wonen. En dat is onbetaalbaar.

zaterdag 30 augustus 2014

Vader en zoon

Misschien komt het doordat ik na een lange tijd nu niet meer in de vaderrol zit. Of omdat ik aan het deel van mijn leven ben begonnen waarin het vaderschap minder belangrijk is. Of omdat ik En uit de bergen kwam de echo van Khaled Hosseini gelezen heb. Of omdat ik via-via hier in Frankrijk opeens de herinnering aan één van mijn vaders tegenkwam.

Regelmatig heb ik met mensen gesproken over hun vader. Als het jonge mensen zijn, hebben zij het over de vader die je als kind beleeft. Maar ik heb niet alleen een vader gehad, ik ben er zelf ook één. Of liever gezegd: ik heb een aantal vaders gehad. Maar van de drie vaders die een rol hebben gespeeld in mijn ontstaan en opgroeien, is er nooit een duidelijke geweest waaraan ik me kon spiegelen.
Veel mensen hebben zo'n onduidelijke vader. "Die man die zondags het vlees komt snijden". Daar hoeft niet eens een familiedrama met scheiding en zo achter te zitten. Veel vaders hebben het zo druk met hun "eigen ding", dat ze afwezig zijn.

Bij mij heeft de afwezige vader ervoor gezorgd dat ik de afgelopen twintig jaar heb lopen zoeken naar de manier waarop ik zelf vader zou moeten zijn. Moet een vader een macho zijn, een carrièrejager? Moet een vader hard en meedogenloos zijn of lief en betrouwbaar? Ik had geen voorbeeld, geen rolpatroon om me aan vast te houden, behalve in het negatieve. Ik wist dat ik niet de vader wilde zijn zoals mijn drie vaders.
Wat ik uiteindelijk voor type vader ben geworden kan ik niet goed zelf beschrijven. "Toegewijd", dekt misschien nog het best de lading, hoewel ook ik vaak mijn "eigen ding" deed, ten koste van aandacht voor de kinderen.

Het voordeel van een afwezige vader is dat ik zoon kon zijn zonder de ambities of verwachtingen van mijn vader mee te dragen. Van sommige zonen wordt verwacht dat ze verder gaan waar vader is opgehouden of erger nog: dat ze slagen waar vader gefaald heeft. Of ze worden geacht een bepaald beroep te kiezen. Aangezien er nooit een vader was die zich met me bemoeide heb ik vrije keuzes kunnen maken en dat was plezierig.
Ik heb mijn eigen zoon ook nooit belast door keuzes voor hem te maken. Ik probeer een zinvol voorbeeld te zijn, maar kan me goed voorstellen dat hij andere keuzes maakt.


De afgelopen jaren heb ik hem geleidelijk losgelaten, mijn zoon. Eerst door een half jaar in Zwitserland te gaan wonen en werken, waarbij hij in mijn huis bleef wonen. Toen ik terug kwam ging hij op kamers en nu ben ik alweer maanden in Frankrijk en viert hij het studentenleven in Utrecht. Het is haast niet voor te stellen dat het vrolijke babyhoofd dat boven de bad-emmer uitstak en het kereltje met stekelhaar dat zo goed gitaar speelde de voorloper zijn van deze man. Hij is langer en breder dan ik, die jonge man die mijn zoon is. Hij gaat gemakkelijker met mensen om dan ik ooit gedaan heb. Hij is relaxed en veel minder gespitst op het nakomen van verplichtingen dan ik, zonder nonchalant te zijn. Allemaal verbeteringen, wat mij betreft. En gelukkig is hij net zo gevoelig, heeft hij een hekel aan onrecht en een groot hart.


Ik ben trots op mijn zoon. Als ik daar al iets toe heb bijgedragen, geldt dat minstens evenveel voor zijn moeder. Ik ben er ook trots op dat we de opvoeding samen gedaan hebben, ondanks een vroege scheiding. Samen hebben we er voor gezorgd dat ik geen afwezige vader ben geworden.

En supertrots ben ik op het berichtje dat ik onlangs van hem kreeg: Ik vind het trouwens erg tof dat je doet wat je doet.
Dat is wederzijds, zoon.

zondag 24 augustus 2014

Zwembadgasten

In een zwembad op een landgoed kom je van alles tegen. Vrolijk 'zwemmende' peuters, drijvend gehouden door een zwemvest, opblaasvleugeltjes, een zwemband en papa of mama natuurlijk. Zonaanbidders die uren in het zwembad liggen zonder ooit nat te worden.
De plonsers, die binnen 5 minuten gezwommen hebben, alweer afgedroogd zijn en op weg gaan naar elders. En dan natuurlijk de gewone badgasten die een duikje nemen, rustig opdrogen, een tijdschrift lezen, wat babbelen en weer eens een duikje nemen.
We hebben zelfs een semi-professionele Vlaamse zwemster in het bad gehad met een badpak dat er uit zag of het zonder haar ook wel hard kon.
En in het zwembad lijkt het alsof alle energieke plannen en voornemens langzaam wegsmelten. Sommigen nemen zich wel vijf keer voor om nu toch echt dat leuke dorpje te gaan bekijken, zonder van de handdoek af te komen.

's Morgens vroeg, als ik mijn rondje zwembad doe en met chemicaliën goochel kom ik regelmatig ongenode gasten tegen. Er zit namelijk een ingenieus systeem in de zwemmuur met een klepje dat maar naar één kant open kan. Achter het klepje zit een mandje dat drijvende dingen tegen moet houden, opdat het zwembad niet vol raakt met dergelijke dingen.
Als ik 's morgens de mandjes controleer blijken er regelmatig beestjes aan het zwemmen te zijn geweest bij maanlicht. Helaas het klepje door gezwommen en in het mandje gekukeld. En daar door chloordampen en verdrinking terechtgesteld. Meerdere veldmuisjes, padden, hagedisjes, een grote sprinkhaan en zelfs een vleermuis zijn zo op droevige wijze aan hun einde gekomen.



Het meest lastig zijn de dieren die halfdood uit het mandje gevist worden. Zo vond ik pas een pad die behalve met een stevige chloorvergiftiging ook nog met een half achterpootje door het leven moest. Nadat ik hem uit het mandje had gevist bleef hij amechtig hijgend in de zon liggen. Als goed rentmeester moest ik inschatten of het beestje ondraaglijk aan het lijden was en dus euthanasie verdiende of nog een zonnige toekomst voor zich had. Ik vind het moeilijk om voor god te spelen in dergelijke situaties. Zo heb ik ooit een halve dag in gewetensnood rondgelopen omdat de dierenarts me de keuze had geboden onze cavia te laten opereren -met kleine kans op succes- of te vermoorden. 'In laten slapen' zeggen we dan, want dat klinkt minder erg.
De cavia heeft mijn besluit niet overleefd, de pad heb ik zelf laten besluiten over zijn toekomst. Na een uurtje was hij verdwenen, maar helaas lag hij de volgende morgen weer in het chloorputje. Ik herkende hem aan zijn achterstompje. Hij had nu echt het pad naar de eeuwigheid gevonden.


Vanochtend trof ik een nieuwe zwartzwemmer aan: een kever. Hij was van het type dat je niet over het hoofd kon zien en dreef roerloos in het mandje. Toen hij na een voorzichtig porretje nog steeds niet bewoog heb ik hem opgepakt. Hij had de geest gegeven. Trots liet ik mijn vondst aan een paar gasten zien: de kever was helemaal gaaf en hij had zo'n mooi tangetje aan z'n kop. Hij kon zelfs nog op z'n pootjes staan zonder om te vallen. Een paar uur in het chloorwater zou hem ook wel van de ergste bacteriën verlost hebben, dus gaf ik hem een mooi plekje op tafel in mijn kamer. Een mooie gave zwarte kever van een centimeter of acht.

Toen ik na een werkzaam dagje weer terug kwam in mijn kamer, was de kever verdwenen. Het raam stond open, dus ik hoop dat hij nog kon vliegen nadat hij uit zijn chloorroes ontwaakt was. Toch maar even het bed controleren voor ik er straks in stap.

Het verhaal stopt, maar eindigt nooit.


zaterdag 16 augustus 2014

De filosoof

Iedere dag zie ik weer iets minder goed. Als ik 's ochtends mijn ogen open doe wordt het zwart verruild voor donkergrijze vlakken, waarin ik met moeite de contouren van mijn kamer kan herkennen.
Systematiek en orde, daar komt het op aan als ik niet te vaak mijn schenen wil stoten. Gelukkig leer ik nog steeds snel, waardoor ik de dingen die ik nodig heb bijna intuïtief kan vinden, als ik ze tenminste terug op hun plaats heb gelegd.


Woonruimte delen met anderen maakt het er niet makkelijker op. Een achteloos geplaatste kruiwagen is voldoende voor de zoveelste blauwe plek op mijn scheenbenen. Ik kan nu eenmaal niet verwachten dat iedereen zich de hele dag bewust is dat er een slechtziende op het terrein rondloopt.
Samenleven met anderen heeft ook z'n voordelen. Ik hoef zelf niet te koken en er is altijd wel iemand in de buurt om een handje te helpen als ik dingen echt niet meer zelf kan. Maar ik vraag niet graag om hulp, het confronteert me zo met mijn afnemend vermogen om vrij te zijn.
Al van jongs af aan wist ik dat het deze kant op zou gaan. Afnemend gezichtsvermogen, een akelig vooruitzicht om het leven mee in te gaan. Voldoende tijd om acceptatie te oefenen, dat wel. Meestal lukt het me goed om het leven te accepteren zoals het is, maar die afhankelijkheid... Een nieuwe versie van Windows op mijn computer ontwricht me wekenlang. De computer is een belangrijk hulpmiddel en met programma's die tekst voor kunnen lezen of mijn spraak automatisch in mailtjes intypen kan ik tenminste nog op afstand communiceren. Wanneer dat wegvalt wordt het isolement een stuk voelbaarder.
Wel zuur is dat die hulpprogramma's voor exorbitante prijzen over de toonbank gaan en dat ik van de verzekering maar ééns in de drie jaar een nieuwe versie mag kopen. Dat geeft me de keuze tussen 1600 euro uitgeven of de computer een jaar laten staan, want het hulpprogramma werkt niet onder de nieuwe versies van Windows.


Waar ik ook niet snel aan wen is dat ik de lichaamstaal van mensen niet kan zien. Eten blijft een puzzel, zeker als er nog maar een paar stukjes op mijn bord liggen. Zo ben ik ongewild aan het knoeien en komen er vlekken op mijn kleren, die ik zelf niet kan zien. Als ik de reactie van de mensen om me heen zou kunnen lezen, zou dat meer zekerheid geven of ik er nog wel toonbaar uitzie. Ook tijdens gesprekken is het lastig om alles wat gezegd wordt op waarde te schatten als je er geen gezichtsuitdrukkingen bij ziet. En soms wordt er gelachen om iets dat ik gemist heb. Gek, maar zelfs na een half leven oefenen blijft dat soms pijn doen en duikt de twijfel op of ik wordt uitgelachen.
Misschien moet ik de strijd opgeven en met zo'n rood witte stok gaan lopen, als indicatie dat ik er niet helemaal serieus meer bij hoor. Maar zo lang ik dat uit kan stellen...
------------------------------------

Dit is niet mijn verhaal. Ik heb de vrijheid genomen om in de huid van Leo te kruipen, onze huisfilosoof. Leo is zo goed als helemaal blind. Blind worden lijkt me de ergste handicap die je kan overkomen. Ik sta liever mijn gehoor af of mijn benen dan het gebruik van mijn ogen.
Ik heb bijzonder veel respect voor de manier waarop Leo er mee omgaat. Soms zie ik de frustratie over z'n gezicht trekken, maar hij blijft altijd rustig. Hij weet wat hij wel en niet kan bijdragen aan het leven en de klusjes hier. Zo is hij een prima en gezellige afwaspartner en als er iets gesjouwd moet worden staat Leo klaar. Maar bovenal is hij gesprekspartner en bewaker van oprechtheid.

Behalve die acceptatie is er nog meer dat ik door Leo kan leren. Ik help hem graag bij dingen die hem moeite kosten. De kunst is om hem te helpen en niet de regie over te nemen, hem niet als onvolwaardig te behandelen. Geen dingen uit z'n handen trekken die hij met een beetje meer tijd en moeite gewoon zelf kan doen. Ik ben me er erg van bewust dat dat belangrijk is, maar het is moeilijk om niet in die valkuil terecht te komen. Gelukkig is Leo geen moeilijk mens en heeft hij een goed gevoel voor humor, dus ik mag foutjes maken.

Leo is een generatie ouder dan ik en denkt goed na over het leven en de betekenis van de dingen. Het is prettig om in een halfdonkere kamer te zitten na een klusje met de computer en onze visies op de Grote Vragen uit te wisselen. Want Leo's brein ziet heel scherp, daar kunnen mijn ogen en brein niet tegenop.
Het is een onverwacht kadootje om zo'n buurman te hebben op deze mooie plek.
------------------------------------

Het leven in Sablou is rustig deze week. De kamerdame is met de prinsesjes even op vakantie naar Nederland. Dat blijft toch een vreemd verschijnsel: je woont op een plek waar andere mensen heen komen om vakantie te vieren, maar toch ga je dan zelf ook nog op vakantie naar weer een andere plek. Ook ik ging vorig jaar van mijn woonplaats Val Sinestra, in het mooiste dal van Zwitserland, naar Toscane.
Ook geen groepen deze week, niet veel logées en weinig huisjes bezet. Dat geeft weer even tijd om achter de computer te kruipen, die gelukkig weer gerepareerd is.
En ik kan een lieve vriendin feliciteren die vandaag jarig is. Eva, een mooi kampvuur gewenst.

Het verhaal stopt, maar eindigt nooit.


zondag 10 augustus 2014

Buitje

Het weer in de Dordogne kan heftig zijn. Felle zon en kletterende regen wisselen elkaar regelmatig binnen dezelfde dag af en vaak wordt de regen ook nog begeleid door een onweersbuitje. Voor mij heerljk weer, zonder grijze wolkendekens en miezerige druilerigheid.





Afgelopen vrijdag begon de dag grijs, met een wolkendek in het dal waaruit langzaam de heuvels tevoorschijn kwamen en het dorpje Fanlac aan de overkant zichtbaar werd. Daarna enorm mooie wolkenluchten en ter afsluiting van al het moois kwam er ook nog een vierdubbele regenboog tevoorschijn.
De rest van de dag was de lucht blauw en de zon heet, een goeie dag voor het zwembad. Maar aan het eind van de middag kwamen de donderwolken opzetten. Kleine zwarte wolkjes die over elkaar heen tuimelden en aangroeiden tot een steeds groter donkergijs wolkendek. Aan alles was te merken dat er een fink onweer aan zou komen en zoals gebruikelijk hier werden alle apparaten uit het stopcontact gehaald.


Net voor het eten op tafel stond barstte het los. Een gitzwarte wolk kwam onder de donkergrijze wolken door recht op ons af stormen. In tien minuten was het voorbij, maar die tien minuten waren genoeg om alle potplanten een stukje verderop neer te laten komen, de tuinstoelen vrolijk door de lucht te laten waaien en naar later bleek een stuk of vijf bomen te splijten. Het kinderfietsje op het binnenterrein bleef heel stoer gewoon op z'n plek staan.


Een stormachtig begin van het weekend. Toen ook alle stroom uitviel was ik blij dat ik mijn computer uit het stopcontact had getrokken. Stroomstoringen kunnen hier nog wel eens dagen duren, dus we gingen plannen maken om de diepvries leeg te eten voor alles bedorven zou zijn. Het was nog niet donker en afgezien van de bomen leek het mee te vallen. Alle daken hadden de storm goed doorstaan, alleen waren er wat zinkranden weggewaaid. Dat is serieus genoeg want het dak is hoog en lokale dakhazen kunnen er niet goed bij.
Daarna kwam het minder goede nieuws: er was een boom op een electriciteitskabel op het terrein gevallen en die kabel was naar beneden gekomen, waarschijnlijk gebroken. De prachtige avondlucht was nog wel een troost, maar met kaarsjes en zorgen stapten we ons bed in. Dat kon wel eens een weekje zonder electriciteit worden.



De volgende morgen was de opluchting groot toen bleek dat de kabel intact was. Wel naar beneden gevallen, maar niet gebroken. De EDF (Franse GEB) was bezig met het repareren van een kabel beneden in het dal en om drie uur zou alles het weer doen. Na een ochtend bomen zagen en sjouwen, zodat de gasten met de auto terug naar huis konden ging om drie uur inderdaad het licht weer aan. Maar in de werkplaats daarna ook snel weer uit. Eén voor één knalden de TL-buizen uit, met rookeffecten. De lampen in de gang knipperden alsof ze figureerden in een spannende film en in mijn kamer viel de net opgestarte computer uit.
Er was toch nog iets mis en dat misse zorgde er voor dat alle apparaten met een transformator (zo'n dikke zwarte stekker of zo'n blok op de grond) het niet meer deden. TL-buizen, inbouwspotjes, computers, internetapparatuur, USB opladers: alles hield er mee op en was niet meer aan de praat te krijgen.


De problemen met de electriciteit werden door een crisisteam van de EDF snel opgelost en waren we weer even onderdeel van de bewoonde wereld, maar met een boel kapotte apparaten. Vandaag verdween de electriciteit weer voor een groot deel van de dag. Het wordt weer eens duidelijk hoe afhankelijk we zijn van electriciteit. Ik wilde hard voor mijn eigen klanten aan het werk dit weekend, maar zonder electriciteit en zonder computer is daar weinig aan te doen. Ook meubels maken, waar ik voorzichtig aan begonnen ben, gaat niet vlot zonder apparaten. Vandaag dus bijna de hele dag gelezen, wat wel erg ontspannen was.

De electiciteitsvoorziening is nu weer hersteld en we kunnen inmiddels ook op één plaats het internet weer op, vandaar dat ik deze blog kan posten. Morgen naar de grote stad om nieuwe apparaten en computeronderdelen te kopen. Tien minuten storm, tien dagen werk. Heftig weer, het heeft zo zijn nadelen.

maandag 28 juli 2014

Feest!

Twaalfhonderd kilometer autorijden voor een feest. Dat is iets wat ik nog nooit eerder gedaan heb, maar afgelopen week wel.
Tobia en Rob waren 50 geworden en hadden nog veel meer vierdingen op elkaar gestapeld, tot er reden genoeg was om een feestje te geven voor al hun vrienden, familie, buren, collega's, ex-familie, ex-buren ex-collega's en overige mensen die je in een leven bij elkaar netwerkt.



Het feest werd gehouden op een mooie plek in Frankrijk, hun tweede huis. En omdat ik nu ook in Frankrijk woon, vond ik dat ik dat niet over mocht slaan. Het leek me bovendien hartstikke leuk, een feest van vier dagen lang. Dat is eigenlijk niet zo Nederlands. Wij wikkelen onze feesten meestal af in een dagdeel met een schoteltje taart op schoot of in een avond met drank en muziek. Feesten van meer dagen is in mijn beleving meer iets voor Braziliaanse bruiloften of Bengaalse begrafenissen.

Om de iets minder swingende Nederlander toch dagenlang geboeid te houden waren er ook workshops. Alles van loomen (klik hier als je -net als ik- boven de vijftig bent en niet weet wat loomen is) tot veranderingsmanagement. En als je dat allemaal niet leuk vond kon je helpen met het voorbereiden en nabereiden van het eten voor vijftig tot honderd man.

My first loom
Diepe bewondering heb ik voor de inzet van de organisatoren van zo'n mini-festival. Aan alles was gedacht: een bierput, waar je zelf je koele flesjes naar boven kon hijsen. Een poep-paradijs, waar je tussen de bamboes en de sfeerverlichting kon achterlaten waar je behoefte aan had, omgeven door fris dennenzaagsel.
En een veldkeuken waar menig horeca onderneming een puntje aan kan zuigen. Die veldkeuken was het domein van Nico, een kok waar iedere horeca onderneming van gaat kwijlen. De rest van mijn leven zal bij het horen van de naam 'Nico' het water me in de mond lopen. Nico heeft voor honderd man zo smaakvol en verfijnd gekookt, dat bijna iedere hap een prettige verrassing was. Een pittig gekruide salade met meloen en rode bietjes, verzin het maar.

Verder prettig fanatieke live-muzikanten, die dagenlang niet uit de ether zijn geweest en natuurlijk de succesfactor van ieder feest: de mensen. Ik heb weer veel nieuwe lieve mensen ontmoet en veel verhalen gehoord, bij het kampvuur of onder de afwas of bij het ontbijt.



Nadat het bakbeest door een deel van die lieve mensen uit de modder was geduwd tufte ik de 600 km weer terug naar de Dordogne. Het bakbeest kan niet zo hard, dus dat geeft ruimte tot overpeinzing. Ik merkte dat ik telkens weer een dubbel gevoel over hou aan het onderdompelen in zo'n groep mensen. Het is fijn om met elkaar samen te werken, te lachen en verhalen te horen. Maar ik ben ook altijd weer blij om weer alleen te zijn. Er zijn feestbeesten voor wie zo'n feest niet lang genoeg kan duren, maar voor mij is dit lang genoeg. Het fragiele evenwicht tussen energie besteden aan al die menselijke contacten en er zelf ook energie uit putten heb ik nog niet bereikt. Maar ik blijf oefenen. 

Hier op Sablou was de volgende groep gearriveerd, dus opnieuw namen proberen te onthouden, ijsbrekende opmerkingen maken en kijken waar gemeenschappelijke interesses liggen. Maar nu nog even niet. Vandaag druk ik nog even mijn snor en blijf ik achter m'n bureau, een beetje nafeesten op echo's van sambamuziek in m'n achterhoofd.




zondag 20 juli 2014

Er was eens...

Ik ben hier nu vier weken en het wordt tijd om jullie in te wijden in de mensen die hier rondlopen. Geen alledaagse types, maar wat wil je in zo'n sprookjesachtige omgeving. Om het verhaal niet te lang te maken introduceer ik eerst de hoofdrolspelers die permanent op het landgoed wonen. Later komen de tijdelijke bewoners en langslopers aan bod.
Buiten dondert het onweer, giet de regen en stormt de wind: beter kan de entourage voor een sprookje niet worden.

De rode draad van het kasteel wordt vastgehouden door de koning. De koning is samen met de koningin eigenaar van al het moois hier. Het is een koning op leeftijd, die goedlachsheid en gevoel voor humor koppelt aan ongeduld en boze uitbarstingen, zoals een goed koning betaamt. Hij heeft er een lang en afwisselend leven opzitten, met grote studies en wezenlijke beroepen, maar houdt zich nu bezig met het snoeien en bloeien en met muziek.
De koning heeft wat excentrieke trekjes. Hij schroomt niet om in gezelschap zijn vrolijk gebloemde bermuda uit te trekken en om te draaien, als hij er achter komt dat hij deze achterstevoren aan heeft. En de toewijding aan zijn muziekbeoefening, vrij van elke conventie en minstens vier uur per dag, is fascinerend. Wanneer de koning piano speelt of op de alt (trompet) blaast kan de derde wereldoorlog losbreken zonder dat hij het zou merken.
De koning houdt van mensen - de koningin in het bijzonder-, van zijn eigen mening en van het landgoed. En van muziek natuurlijk!

De koningin houdt uiteraard ook van de koning, al is hij niet praktisch in de omgang. Verder heeft de koningin het druk. Ze wil eigenlijk van de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van het landgoed af, maar heeft te veel peper in haar koninklijke bloed om stil te zitten, dus bemoeit ze zich op een prettige manier met alles. Zo rijdt ze bijvoorbeeld regelmatig zelf het gras af.
De koningin kon vroeger ook toveren. Alles wat ze aanraakte veranderde in goud, maar sinds ze hier op het landgoed een bouwbedrijf, horeca-onderneming, bos, pension en therapeutische gemeenschap moet managen, is het goud veranderd in stenen, planken, gereedschap en maaltijden voor vrijwilligers. De koningin zit vol daadkracht en lef, wat ik meer vrouwen toewens.

Het koninklijk paar heeft 13 jaar geleden dit koninkrijkje gekocht, op intuïtie en zonder zich te realiseren wat een gedoe het is om zo'n landgoed te besturen. Ze hebben 13 jaar lang de poorten open gehouden voor iedereen die iets moois bracht en dat moois is er gekomen. Maar ook rampjes en teleurstelling. Dat ze toch volhouden om mensen met open armen te ontvangen vind ík dan weer mooi.

Naast dit paar is er ook een hof-filosoof. De filosoof is groot geworden in de woelige jaren zestig en zeventig en heeft de idealen daarvan vastgehouden en verdiept. Zijn afnemend gezichtsvermogen heeft zijn innerlijk visie alleen maar verscherpt en die botst soms met de praktische dadendrang van de koningin. Als belangrijkste raadgever zorgt hij er wel voor dat de koning en koningin en het gevolg aan bouwers, dromers en zwevers de grote idealen niet uit het oog verliezen. De filosoof houdt van vrije mensen en stimuleert iedereen om dat te worden, ook binnen deze niet altijd democratisch geregeerde gemeenschap.

Poeh poeh. Gelukkig is er ook een kok, annex grasmaaier, om de boel weer even te laten neerdalen. De kok is een aimabele Vlaming, die de passie voor een goede pastamaaltijd probeert te combineren met de zorg voor de prinsesjes. Hij is namelijk, geheel tegen de sprookjeswetten in, de vader van de prinsesjes. De prinsesjes zijn jong en vragen aandacht, zoals alle prinsesjes dat doen. En de kok is (relatief) jong en wil wat. Wat precies weet hij eigenlijk niet, maar wat meer slaap en wat tijd om de gazet te lezen zou een goed begin zijn.

De kok is getrouwd met de kamerdame, de moeder van de prinsesjes. De kamerdame is eigenlijk actrice en danseres, maar houdt zich nu bezig met het voorbereiden van gastenbezoeken. En met het opvoeden van de prinsesjes, uiteraard. De kamerdame heeft hulp van een wisselend aantal gouvernantes, afwisselend uit Nederland en België afkomstig en in de huwbare leeftijd, wat de levendigheid op het landgoed een extra impuls geeft.

De prinsesjes zijn ook danseres -net als hun moeder- of willen dat worden. Ik ben er heel blij mee dat ze hier rondlopen, met hun 2 en 4 jaar en alles wat daarbij hoort aan driftbuien, ongeduld, spontaniteit, vrolijkheid en ongereptheid. Ze kunnen volgens mij ook toveren, want mijn sipheid verdwijnt onmiddelijk als ik een prinsesje zie.

Dan zijn er ook nog de hofhonden, Chico en Lobo. Het zijn de troetels van de koning en ze genieten een hoge mate van sanitaire vrijheid op het terrein. Daar is de filosoof misschien blij mee, maar de tuinman die met z'n knieën in de drollen terecht kwam denkt daar heel anders over. De koning trimt hun vacht met de keukenschaar, dus gelukkig dat ze krullen hebben.

Helemaal onderaan de hiërarchische ladder loopt Clochette, de kat van de kok. Uiteraard weet Clochette dat dit helemaal niet waar is en dat wij vakkundig gedresseerde mensen zijn, die haar iedere dag van eten en drinken voorzien. Alleen die honden, die moet ze nog een keer laten opruimen.
Clochette houdt erg van mijn warme schoot als ik in de frisse morgen mijn eerste kop koffie drink.

Tovenaars en huisgeesten ontbreken nog aan dit sprookje, maar ik mag natuurlijk onder de vaste bewoners Maria niet vergeten, die vanonder haar koepeltje het gedoe hoofdschuddend aanziet.

------------------
Met mij gaat het uitstekend, dank u. Ik werk en geniet nog steeds met volle teugen en ben het landgoed nog nauwelijks af geweest. Veel zon, voldoende klussen om me niet te vervelen en interessante medebewoners. God kan het in Frankrijk nauwelijks beter gehad hebben.