zaterdag 22 juni 2013
Pérsoneel!
Daar zitten ze dan, mijn collega's. In harmonie samen in de eetruimte. Dat was aan het begin van het seizoen, toen iedereen het leuk vond om elkaar weer te zien aan de start.
Dit zijn voornamelijk de Binnenvetters, die zorgen voor koken, schoonmaken, eten en drinken. Van de Buitenboys staat er maar één op de foto. De rest zit op een bus of een Groot Graafwerktuig. En de Burotijgererinnen schitteren helemaal door afwezigheid.
Ik heb nooit een grote familie gehad, maar dit komt er wat mij betreft wel dicht in de buurt. Neem een groep van ongeveer 20 mensen, tussen 20 en 60 jaar oud en zet ze aan het werk om een hotel te runnen. Het zou een leuk sociologisch experiment kunnen zijn. Twintig mensen is te veel om allemaal als 'vriend' te zien. Er zijn nu eenmaal altijd mensen die je beter liggen. Dus ontstaan er kleinere, overzichtelijke groepjes. Op allerlei manieren. En tussen die groepjes krijg je onvermijdelijk wrijving. Ook op allerlei manieren.
De makkelijkste verdeling in groepjes is op functie. De Binnenvetters en de Buitenboys zijn op een andere manier aan het werk. Binnenvetters doen aan verzorging: koken, afwassen, schoonmaken. Buitenboys doen stoere mannendingen: met bussen en jeeps rijden, bomen omzagen en dingen bouwen. Het is dan ook niet gek dat er bij de Buitenboys meer testosteron rondloopt dan bij de Binnenvetters.
Maar ook binnen de Binnenvetters zijn subgroepjes.
De Sopzusters is een duidelijk aparte. Niet zo veel teamwork, je krijgt allemaal je eigen kamers of "blokken" (dat is een eufemisme voor "WC's en douches") en die sop, veeg en zuig je tot ze schoon zijn. Geen man te vinden in deze dienst. Ik kan er dus ook geen sappige verhalen over vertellen.
Buffetbuffels zorgen voor het opdienen en afruimen van de eetzaal bij ontbijt en buffet. Twee a drie buffels zorgen voor het eten van soms wel honderd mensen. Dat is echt buffelen. Grote bakken met warm eten heen en weer sjouwen en vooral ook nog coordineren dat de keuken op tijd met nieuwe ladingen eten komt. Zoals in elk restaurant is hier ook een onvermijdelijke spanning tussen keuken en de buffels. Want de buffels zijn ook de oren en ogen van de keuken, en moeten dat met veel communicatie en op en neer lopen zien te volbrengen.
O ja, de keuken niet vergeten. Daar zwaaien twee Maestro's met de pollepel, bijgestaan door een paar assistenten waar nodig. Wat niet persé wil zeggen dat de assistenten slechter kunnen koken. De Maestro's voeren hun toverkunsten uit ver van het volk, ver van het publiek. Half onder de grond worstelen ze met grote pannen en ketels en weten daar regelmatig iets eetbaars uit tevoorschijn te toveren.
De Maestro's houden wél van (in mijn oren) veel te harde slechte muziek en ze houden niet van stress. Dan kunnen de communicatielijnen wel eens zo kort worden dat ze breken. Maestro's leven op van complimentjes, biertjes na gedane arbeid en een goed emotioneel geladen gesprek wanneer dingen niet lopen zoals gepland. Liefst met een uitgeputte Buffetbuffel die zojuist een ontevreden gast over zich heen heeft gehad.
Tja, en dan de "Stube", ofwel de kroeg.
Ik ben, samen met collega Jan, "Stubemeister". (Het blijft altijd een beetje militair klinken in het Duits) Wij runnen 's avonds de bar. Overdag heet de bar "het restaurant" en dan loopt er een hups jong ding zich de benen uit het lijf om langslopende wandelaars te bedienen. Daar hebben Jan en ik geen last van. Wij moeten wel de Buffetbuffels bijstaan, wat veel uren achter de afwasmachine betekent. En dat schept ook een band met de Buffels.
Tenslotte verdienen de Knutselkeien nog speciale vermelding. Knutselkeien zijn Binnenvetters die mannenwerk doen. Onderhoud van de apparaten hier in huis, kleine verbouwingen, waterleidingen lek boren en WC-potten op tenen laten vallen zijn hun specialiteit.
En dan nog de Burotijgerinnen. Ze managen, plannen, administreren en staan de gasten te woord. Ook hier geen man te vinden, behalve als de computers raar doen. Dan mag ik ook even Burotijger zijn en zijn de tijgerinnen diep onder de indruk van mijn toverkunsten.
Leuke familie, he? Nu moet je niet denken dat we alleen maar in blokjes met elkaar omgaan. De taken wisselen regelmatig, dus een Knutselkei kan best in de keuken staan of tijdelijk Buffetbuffel worden. En het gebeurt zelfs wel dat een Buitenboy ingezet wordt om te buffelen. Verder wonen we bijna met z'n allen in het grote huis en komen we elkaar steeds weer tegen: in de badkamer, op de gang, in de kroeg, op het bankje, bij het kampvuur. We wonen op een eiland en bijna niemand heeft vrienden in de omgeving, dus geschillen worden snel bijgelegd, vriendschappen voor het leven gesloten en onder het genot van een biertje wordt alles vloeibaar. We leven met elkaar mee en wisselen levensverhalen uit.
Het is je familie en je moet het er mee doen. Je kunt natuurlijk met de gasten aanpappen, maar die zijn volgende week weer totaal vernieuwd, terwijl wij pas over een paar maanden weer de echte wereld in mogen. En ik ben best tevreden met deze familie.