In 1981 was ik twintig jaar.
In 1981 werd in de VS een president gekozen. Het was een republikein die uit het niets opkwam, zeer extreme standpunten had en geen respect had voor de gevestigde orde. In de aanloop naar de verkiezingen was het ondenkbaar dat zo'n paljas tot president gekozen zou worden. De wereld stond in 1981 vol met atoombommen .
Deze president ging als een alfa-aap op het oorlogspad. Grote lelijke woorden zei hij tegen zijn tegenstanders. Tegenstanders die de vinger aan de trekker van hun atoomwapens hadden.
Ik kon er niets mee, met die dreiging. Als ik de mogelijkheid had gehad had ik die president willen stoppen, maar die mogelijkheid had ik niet. Dus stopte ik mijn hoofd onder het kussen, hoopte er het beste van en ging stage lopen in Saudi Arabië om te leren landmeten. Daarmee kon ik later in Afrika nuttig werk doen.
Maar het leek er op dat door de verkiezing van Ronald Reagan mensen ook wakker waren geschud. De vredesdemonstraties in Amsterdam en Den Haag waren enorm.
In Saudi Arabie kwam ik in een team terecht van hatende Hollanders. Ruwe blanke mannen die niet hielden van de Arabieren waarvoor ze werkten en niet van de Thaise mannen waarmee ze werkten. Ze hielden ook niet van het land en van het project waarmee ze bezig waren. Ze hielden wel van geld en uit eenzame wanhoop ook een beetje van elkaar, want wat moet je anders als je niks hebt.
Gelukkig zag ik mijn landgenoten alleen buiten het werk, wat eigenlijk raar is voor collega's. We woonden met z'n allen in een dorpje dat gebouwd was uit containers, ergens tussen de stad en de woestijn in. Maar daar woon je in Saudi Arabië al snel, tussen de stad en de woestijn.
Mijn werk bestond uit landmeten. Ik had een waterpasinstrument en een jeep en mocht de route uit gaan zetten waarlangs gegraven moest worden. Ik werd daarbij geholpen door Suthep, een Thai. Hij leek een stuk jonger dan ik en ging lachend en onbezorgd door het leven.
Mijn Thais was in die dagen niet zo best. Mijn Arabisch bestond uit dertien woorden. Suthep kende ook ongeveer dertien Arabische woorden, maar dan andere. En zijn Nederlands was ongeveer net zo goed als mijn Thais. Engelse woorden had hij iets meer, een stuk of vijftig. En die kende ik ook, dus het begin was er.
Landmeten is niet zo ingewikkeld en voor Suthep was het vooral een kwestie van op de juiste plaats staan en de maatlat verticaal houden. En de route uitstippelen met een verfspuitbus. Dat hij ook grote woestijnkevers meeverfde maakte het eentonige woestijnlandschap wat vrolijker. De kevers leken het prima te vinden.
Veel taal hadden we dus niet nodig voor het werk. Wel tijdens het lange autorijden naar en van de werkplekken. En zo maakten we geleidelijk aan onze eigen taal. Met gebaren en woorden in het Thais, Nederlands, Arabisch en Engels.
Aan het eind van een werkdag reden we terug naar huis, als je de containers zo mocht noemen. Suthep was stil en leek 'not happy'. Ik probeerde er achter te komen wat hem dwars zat, maar met zo weinig gereedschap praten over abstracte dingen als gevoelens valt niet mee. Er was iets met de "poejing" van Suthep, dat begreep ik wel. Maar wat dat was...
Gebarentaal bracht uitkomst. Het universele gebaar met twee handen voor een welgevormd lichaam. Een poejing was blijkbaar een vrouw. Tja, vrouwen waren schaars in Saudi, maar om daar nu de hele dag stil over te zijn. We hadden ook een uitdrukking voor "ikke nie begraip" gelukkig.
Toen ik Suthep afzette bij het Thaise slaapkamp moest ik wachten. Hij kwam even later terug met een boekje met foto's. Een jonge vrouw en twee kinderen. Zíjn vrouw en zíjn kinderen. Zijn poejing, die hij miste.
Terwijl Ronald Reagan lelijke dingen riep over de Sovjets, zag ik hoe mooi het is om elkaar te proberen te begrijpen, ook al kom je vanuit totaal andere hoeken in de wereld.
Ik heb mijn stage afgerond en ben waterputten gaan graven in Zambia. Als ik nu terugkijk zie ik dat de waterputten die ik heb helpen graven niet meer in gebruik zijn. Gebrek aan onderhoud.
Als ik opzoek hoe er nu wordt teruggekeken op Ronald Reagan, dan lees ik dat hij een eind heeft gemaakt aan de Koude Oorlog. En hij heeft nog gewonnen ook, waarmee hij de geschiedenisboeken in gaat als een goede president.
De dingen lopen vaak zo anders dan ik me vooraf kan voorstellen, hoe goed ik als mens ook ben in rekening houden met de toekomst. Wat was nu goed of slecht? Reagan als president? Ben als waterputtenbouwer? Was het Reagan die de koude oorlog had beëindigd? Of was het er de tijd voor en was hij toevallig president, in die tijd?
Er is nu weer een rare kwibus gekozen als president van de Verenigde Staten. De doemscenario's zijn niet van de lucht. Ik ben vooral bedroefd en teleurgesteld dat iemand met een boodschap van haat en intolerantie zoveel aanhangers heeft. Hier in Frankrijk is het al niet anders, met een zeer populaire extreem rechtse partij. En in Nederland hebben we onze Geert, die ook niet overloopt van vriendelijkheid voor andersdenkende mensen.
Ze zeggen dat de geschiedenis zich herhaalt. De dreiging komt volgens de nieuw gekozen president ook nu weer uit het oosten, maar nu uit het Midden-Oosten. En het klopt zeker dat ik me net zo onmachtig voel als toen, 35 jaar geleden. Ik voer de schapen, wandel met de hond en probeer aan de bomen te zien dat er vannacht iets veranderd is in de wereld, maar het lukt niet. Het leven is nog steeds goed; voor mij althans en voor de mensen waar ik van hou.
Eigenlijk wil ik het niet weten, dat nieuws, wil ik het negeren. Amerika is ver van mijn bed en ik ben sowieso ver van de bewoonde wereld, met al zijn presidenten en macht en economische belangen. Ik heb er geen behoefte aan, ik wil gewoon met de hond lopen en een warm huis.
Diep in mij zegt een stemmetje dat dat niet voldoende is. Dat door met de hond te wandelen en te doen of er niets aan de hand is, er alle ruimte is voor haatzaaiende, fanatieke, egocentrische mannen die de wereld naar hun hand willen zetten. En wanneer er voldoende haatzaaiers zijn volgt oorlog vanzelf. Een oorlog die niet meteen te merken zal zijn op mijn heuvel in Frankrijk, maar wel voor de Sutheps van deze wereld met hun poejings.
Ik begin wakker te worden, maar hoop nog dat het allemaal een boze droom is. Dat het allemaal wel mee blijkt te vallen, als we over twintig of vijfendertig jaar terugkijken. Ik draai me nog even om, op mijn heuvel ver van de bewoonde wereld. Maar mijn slaap is onrustig.
Het is 9-11-2016.