Liesbeth heeft een tijdje gewerkt als coach voor naar Frankrijk immigrerende Nederlanders. Zij weet daardoor helaas alle regels. Toegegeven, soms is dat ook erg handig.
De tijd die ik op Sablou doorbracht ben ik vooral een toerist met een bloedende neus geweest. Maar toen ik met Ton in een eigen huurhuis ging wonen, moesten we er aan geloven. Er moesten contracten gesloten worden met elektra-, water- en internetbedrijven en dus formulieren worden ingevuld en ondertekend.
Bij het bewijzen van je goeder trouw spelen in Frankrijk twee zaken een belangrijke rol.
Het ene is het bewijs van bewoning. Frankrijk heeft gek genoeg geen burgerlijke stand. Dat je ergens woont is pas afdoende bewezen als je een afschrift kunt laten zien van een rekening van een elektriciteitsmaatschappij of van een vaste telefoonverbinding. Zo lang je dus nog geen factuur van je elektriciteit hebt, kun je bijna nergens terecht.
Het andere bewijs is de zogenaamde RIB, het bewijs van je bankrekeningnummer. Die rib moet je laten zien als je bijvoorbeeld elektriciteit aan wilt vragen. Dus moet je eerst een bankrekening openen. En bij de bank willen ze graag een bewijs van bewoning, voor ze een rekening voor je openen, ofwel een elektriciteitsrekening die je nog niet hebt, omdat je geen bankrekening hebt. Een typisch geval van kip en ei of kastje en muur.
In ruil daarvoor kregen we een rekening waarop we geld konden storten en via internet kijken hoe dat op de rekening stond te staan. Verder kregen we het in Frankrijk heilige chequeboek en konden we via automatische overschrijving geld van onze rekening af laten halen, door bijvoorbeeld de elektriciteitsmaatschappij. Rood staan was onmogelijk, geld overboeken op een andere rekening kon ook niet en pinnen werd ook moeilijk, want we hadden geen pas. Tot zo ver de gratis dienstverlening van de Franse banken
Alles verliep goed. Van mijn rekening werd ons water betaald en dat ging keurig automatisch iedere maand. Ik keek via internet zo nu en dan mee en zag dat het goed was.
Na mijn verhuizing vond ik echter dat mijn adres niet meer klopte. Ik logde vol goede moed in om dat eens te gaan aanpassen, maar helaas. Zo maar je adres aanpassen, dat kon niet. Ik moest bellen met een vriendelijk dame, maar ook zij kon mijn adres niet aanpassen. Ze kon wel een afspraak maken met iemand op een kantoor, die mij verder kon helpen. De afspraak was over twee weken.
Het is twee weken later. In vrolijke stemming omdat ik niet ben verdwaald loop ik het bankkantoor binnen in een klein plaatsje dat als regionaal hoofdkwartier fungeert. De dichtstbijzijnde plaats voor tanken, de supermarkt, de doe-het-zelf winkel, de snackbar en blijkbaar ook de bank.
Achter de verlaten balie zit een dame, in overleg met een man in een pak naast haar. Ik ben na ruim twee jaar inmiddels zo ingeburgerd dat ik beleefd wacht tot men zich tot mij richt. Men is in dit geval de zittende vrouw, want de pakman loopt naar een kantoortje achterin het pand.
Ik vertel de mevrouw dat ik om tien uur een afspraak heb om mijn adres te wijzigen en kijk daarbij zoekend om me heen. Ah, daar hangt een klok en hij geeft precies tien uur aan. "O, dat is een afspraak met mij", roept meneer Pakman, die blijkbaar mee heeft geluisterd. Ik maak al aanstalten om door te lopen naar het kantoortje. De tijd en de personen voor de bijeenkomst kloppen, dus waar wachten we nog op!
Waar we precies op wachten is me niet duidelijk, maar ik moet nog maar even op de wachtstoel gaan zitten zegt de dame. Dankzij de klok zie ik dat ik tien minuten moet wachten. In de tussentijd is meneer Pakman verdwenen door een deur naast zijn bureau, waaruit hij gelukkig ook weer tevoorschijn komt. Ik mag aantreden, geeft hij me te kennen. Wanneer ik langs de deur kom waarachter hij tien minuten heeft verpoosd geeft de kwaliteit van de lucht overduidelijk aan waarom hij nog tien minuten nodig had. Als ik zijn hand schud, voelt deze niet fris en zepig aan, wat dan weer jammer is.
Het veranderen van je adres is geen zaak die je licht moet opvatten, blijkt al snel. Meneer Pakman vraagt of ik mij kan legitimeren, wat ik gelukkig kan. Mijn paspoort wordt uitgebreid gefotokopieerd. Niet alleen de pagina waarop ik uitdrukkelijk niet mijn tanden laat zien, maar ook de voorkant van het paspoort en de pagina met vage standaardinformatie daarna. Wanneer hij aanstalten maakt om de volledig lege pagina's met visa-mogelijkheid te gaan kopiƫren, stel ik hem gerust dat die allemaal leeg zijn. Dat stuit gelukkig zijn kopieerdrift. Er gaat een nietje door mijn tandeloze glimlach en de kopietjes verdwijnen in een dossiermap. Zo'n echte van een soort geel-beige.
Of ik vervolgens mijn bewijs van bewoning wil produceren. Oeps! Toch niet zo goed ingeburgerd, ik heb geen bewoonbewijs meegenomen! Vooral omdat ik geen elektriciteitsrekening heb, want mijn huisbaas betaalt de elektra. En een vaste telefoon heb ik ook al niet. Ik bied aan binnen afzienbare tijd mijn huurcontract en de factuur van mijn internetaansluiting te komen brengen. Meneer Pakman vind dat een creatieve geste, al twijfelt hij of het voldoende zal zijn. Blijkbaar is er nog een baas van meneer Pakman die beoordeelt of het bewijs van verhuizing wel overtuigend is. Ach, in het ergste geval wijzigen ze mijn adres niet. Ik heb toch geen recht op papieren afschriften met die gratis rekening.
Na het invullen, dubbel stempelen en ondertekenen van een formulier in tweevoud was de transactie beslecht. Ik was verhuisd, als ik tenminste de bewijsstukken na zou zenden.
Meneer Pakman was nog niet met mij klaar. Net als bij het afsluiten van de rekening werd ik ondervraagd op seksuele voorkeur, allergieƫn en politiek stemgedrag en of mijn kinderen zich een beetje fatsoenlijk ontwikkelden. Bovendien merkte meneer Pakman minzaam op dat ik niet zo veel deed met mijn bankrekening en of dat zo zou blijven.
Ik heb hem verzekerd dat ik grote plannen had voor het nieuwe jaar, als mijn nieuwe huis was ingericht en mijn adreswijziging rond was. Daarna ging hij een envelop voor me zoeken om de bewijsdocumenten te kunnen posten, wat dan wel weer lief was. Daar was hij weer 10 minuten voor aan het rommelen, in het vertrek tegenover het kleine kamertje waar hij eerder was. Daarna moest ook de dame van de balie er nog aan te pas komen en bleek het voorgedrukte adres niet te kloppen, zodat er gestempeld en doorgestreept en verbeterd moest worden.
Trots als een pauw liep ik het kantoor uit. Weer een overwinning van de burger op de bureaucratie. Het kost twee uur en een paar liter benzine, maar nu was mijn adres toch echt gewijzigd. Bij de bank, tenminste. Nu nog die zeven andere instanties...
P.S. Toen ik zojuist -drie dagen later- inlogde op mijn bankrekening, zag ik dat mijn adres nog niet gewijzigd was. Het gaat vast in orde komen. Toch?