donderdag 25 december 2014
Klein orkerstverhaal
Dit is een waar gebeurd verhaal en omdat ik de privacy van mensen uit mijn omgeving ten volle bescherm, gebruik ik synoniemen. Zo gebruik ik voor Mona en Titia de synoniemen Em en Té en voor Martin - die anders ook Em zou heten- gebruik ik Frits.
Een fijne kerst vanuit Sablou!
Lang, lang geleden in een land hier 1000 km vandaan woonde een jonge student. Mijn studie liep op z'n eind en ik voelde me wat verloren. De zomer kwam er aan en na de breuk met mijn allereerste grote liefde in de herfst wist ik niet goed wat ik met die lange zomer aan moest. Ik zou proberen in Afrika aan het werk te gaan, dat wist ik wel.
Tijdens een van de laatste koffiepauzes op de HTS werd ik aangesproken door Frits, een klasgenoot die ik eigenlijk maar vaag kende. Frits had het plan om naar Griekenland te gaan liften. Liften was toen voor jonge mensen een populaire manier van reizen. Aangezien internet alleen nog een privilege van de Amerikaanse defensie was, was er geen sprake van vooraf even een ritje uitzoeken. Gewoon met een kartonnetje langs de weg gaan staan, de plaats van bestemming met dikke viltstift zo leesbaar mogelijk op het kartonnetje geschreven.
Zo gingen onze helden op pad. Rugzak mee, waar de avond ervoor de poes een sanitaire stop op had gemaakt. Dat roken de automobilisten toch pas als je al op weg was en die lucht zou onderweg wel slijten. De reis verliep voorspoedig. De hele 900 km door Italië in één ruk van 5 uur met een vertegenwoordiger die evenveel espresso dronk als zijn Golf Turbo benzine.
Op de veerboot naar Corfu ontmoetten we ander rugzakkers. Engelsen, Fransen en zelfs Chinezen uit Nederland met een studiebeurs. Vakantiesfeer, verhalen, drank: tegen de tijd dat Corfu bereikt werd was er een groep vrienden ontstaan die met elkaar een olijfboomgaard opzocht om in te kamperen.
Ik had het prima naar m'n zin in de olijfboomgaard. De dagen waren gevuld met zon, zee en gesprekken over de zin van het leven. Frits zag ik niet vaak meer. Die had het gezelschap gewogen en waarschijnlijk te licht bevonden en was overdag vooral op het strand. Soms zag ik Frits wel met z'n handdoekje aangeschoven bij een ander groepje. Meestal vrouwen van het aantrekkelijke type.
Het was dan ook een verrassing toen Frits licht opgewonden de boomgaard in kwam. Ik moest mee want Frits had twee leuke Nederlandse meiden gezien en het presenteerde beter als je dan met twee mannen op kwam draven, blijkbaar.
Ik was wel nieuwsgierig geworden welke prooi zo overvloedig was dat Frits hem wilde delen. Een kort stukje verderop hadden zich inderdaad twee prachtige dames genesteld. Een donkerharige schoonheid met licht spottende wenkbrauwen en een Amsterdamse tongval en de allerliefste blonde engel die ik ooit had gezien. Té en Em.
Frits probeerde zijn arsenaal aan veel te duidelijke versierderspraatjes. Ik voelde me daar niet op m'n gemak bij. Moest je die meiden nou waarschuwen of was het een soort test? Als ze dit niet doorzagen dan hadden ze zin in Frits of ze waren erg wereldvreemd. Het schone duo was niet wereldvreemd en zin in Frits hadden ze ook niet. Frits werd door de dames deskundig ondervraagd op zijn bedoelingen en daarbij subtiel uitgelachen. Hij werd er wat onzeker door.
Ik had Frits nog niet vaak zo buitenspel gezet zien worden en de meiden werden er alleen maar interessanter door. Ze bleken -uiteraard- allebei een vriend te hebben. Em woonde nog bij haar ouders, Té inmiddels een jaar in Amsterdam. Het was gezellig en toen het donker was geworden en bij het zwemmen onder de sterren Em ineens in mijn armen dreef, vond ik het onvoorstelbaar geweldig. 'Ziek tof' zou het nu genoemd worden.
Dat er thuis een vriend op haar wachtte zat Em niet dwars. Een vakantieliefde moest kunnen. En een vakantieliefde werd het. Jammer genoeg maar een paar dagen, want Frits was de schwung een beetje kwijtgeraakt en liep nu vaak wat verloren rond, terwijl ik me prima vermaakte. Frits wilde op huis aan.
Bij het afscheid werden er nog adressen uitgewisseld, maar daar verwachtte ik niet veel meer van. Vakantieliefde heet niet voor niks zo, zeker als er vriend thuis zit.
Terug in Nederland was Frits snel vergeten, maar Em bleef nog dagen, nee weken in mijn hoofd zweven. Wat was ze lief en mooi. Maar er zat een baan in Zambia aan te komen in april, dus daar moest de focus op.
Eind september kwam er opeens een kaartje van Té. Ze was jarig en of ik ook kwam. In Amsterdam op haar kamer. Met m'n hart in m'n hoofd en m'n maag tussen m'n knieen kwam ik bij Té binnen. Zou Em...?
En ja hoor, Em was er en het was weer net zo leuk als op Corfu. Waarschijnlijk droeg Em's vriend daar behoorlijk aan bij door er niet te zijn. Ze deden niet zo heel veel dingen samen, begreep ik. We bleven allebei in Amsterdam slapen, bij Té in slaapzakjes naast elkaar alsof we nog tussen de olijven lagen.
De weken daarna waren er steeds vaker dingen te doen in Amsterdam. Vaak bij Té thuis of door haar geïnitieerd. En toevallig was ook Em er dan. Em's vriend was inmiddels op de hoogte van mijn bestaan, maar had er blijkbaar vrede mee. En voor Em was niets een probleem. Ze leek door het leven heen te zweven en als er al iets problematisch dreigde te worden loste ze dat op door lief te lachen en een ad-rem opmerking.
Zelfs een weekend Parijs was mogelijk. In de auto met cassettebandjes van het Klein Orkest, een Haags bandje waar Té en Em fan van waren en ik al snel ook. Leuke Nederlandstalige popliedjes, met teksten die ergens over gingen. Als je ze niet kent, kijk hier maar even. Wel terugkomen, hè?
Het was een prachtige herfst, geen grijs gezien en het heeft volgens mij ook niet geregend. Dat ik ooit nog een keer naar Zambia zou gaan leek jaren ver weg.
En toen kwam de domper. Iedere lezer zag hem al alinea's geleden hangen natuurlijk, maar ik niet met mijn verliefde hoofd. We zouden naar een concert van het Klein Orkest gaan, in Papendrecht. De tijd dat het Klein Orkest de Ziggo-Dome platspeelde was nog niet aangebroken. En dat is hij eigenlijk nooit.
Een dag voor het concert belde Em op dat ze niet mee ging. Het was haar vriend toch te veel geworden, die uitstapjes met Ben. Hij had haar voor het blok gezet: hij of ik. En ze was al zoveel jaren met hem samen en ze vond het hartstikke rot, maar nou ja, het beste. Au.
Ik ben door vrienden meegesleept naar het concert. Zonder Em vond ik niks meer leuk en zeker niet naar het Klein Orkest, dat ik dankzij haar had leren kennen. Het concert was goed, ondanks dat er TV-opnamen gemaakt werden en we als klap- en joelvee werden ingezet. Maar toen ik thuis was drong de werkelijkheid tot me door. Ook al wist ik dat haar vriend bestond op de achtergrond, het was zo makkelijk geweest om hem te vergeten als we bij elkaar waren. Nu was het klaar met Em. Geen spannende afspraakjes meer in Amsterdam, geen weekendjes Parijs. Nooit meer naar dat lachende gezicht kijken met die pretoogjes.
Kerstavond was geen feest dat jaar. Ik ben nooit een fan geweest van verplichte gezelligheid en met een gebroken hart was er al helemaal niks aan. Wel werd het concert op TV uitgezonden. Tot overmaat van ramp zat er een shot van mij in de uitzending. Close-up, in mijn beleving minstens een half uur lang. Ik had het naar m'n zin, zo te zien. Wat kan TV toch bedrieglijk zijn.
De volgende ochtend ging om tien uur de voordeurbel. Mopperend welke Jehova Getuige het in z'n hoofd haalde om op kerstochtend een hardwerkende christen uit z'n bed te bellen trok ik aan het voordeurtouw boven aan de trap. Het was geen Jehova Getuige. Het was een lachend blond meisje met pretogen. Ze had de avond ervoor ook TV gekeken en was na die close-up tot de overtuiging gekomen dat ze verkeerd had gekozen. En dat kwam ze nu goedmaken.
Ik ben een vergevingsgezind mens. En op die ochtend was ik in alle staten van blijheid. Leve de TV, leve het Klein Orkest!
Tja, en zoals bij alle mooie verhalen leefden we nog lang (toch in ieder geval dertig jaar) en gelukkig met ups en downs. Em heeft me nog vaak verrast, bijvoorbeeld door haar opleiding af te breken en me achterna te komen naar Zambia. En ze heeft me geleerd om luchtiger door het leven te gaan. We zijn niet eeuwig bij elkaar gebleven, maar toen Té afgelopen herfst haar verjaardig vierde in Amsterdam waren we er weer allebei, net als dertig jaar geleden.
Ok, ok, ik geef het toe. Het was niet op kerstochtend, dat was te mooi geweest. Maar de rest klopt wel.
zondag 21 december 2014
Door het dal
Het dieptepunt is bereikt. Korter dan vandaag worden de dagen niet meer en alsof de natuur dat wil benadrukken is het een schitterend zonnige dag, met een aangename temperatuur. De zon is hier ook in het midden van de winter nog warm, ik kan z'n kracht op m'n gezicht voelen. En het lijkt of ook Maria in de Hoogte er van geniet.
Het was nodig, na weken achtereen ook hier grijze luchten en miezerige regen. Ik heb deze weken vooral achter mijn toetsenbord doorgebracht, maar ook daar komt een omslag. De meeste Binc klussen zijn af. De komende twee weken ga ik mijn vrijheid weer een beetje vieren en kerst natuurlijk. Voor Sablou een uitermate stille kerst: naast het koninklijk echtpaar en de filosoof is er nog één kerstgast. Alle andere tijdelijke bewoners zijn naar Nederland of België vertrokken.
Volgende week komen er weer nieuwe gasten, zelfs speciaal voor mij. Erg fijn dat mijn zoon met twee vrienden de 1000 kilometer komt overbruggen.
Begin december ben ik met een groepje enthousiaste Vlamingen hier in de regio op huizenjacht geweest. Het idee was om onze euro's bij elkaar te leggen en dan een mooie hofstede te kopen, met naast een ruime woning voor het gezin van kok en kamerdame en leuk huisje voor mij en een vakantieverblijf voor het andere Vlaamse gezin. Als het even kon ook nog de mogelijkheid om wat kleine vakantiewoningen te realiseren voor de verhuur.
Dat viel niet mee. Ons budget was te krap om een mooie bewoonbare boerderij te kopen, dus werd het een visite langs 'objecten' waarvan je eigenlijk alleen muren en dak kon gebruiken. Wel op de prachtigste plekken, in een stilte van vernis, met uitzicht over beboste valleien. Hoewel we allemaal genoten van het vooruitzicht onze droom daar te realiseren, was het vooruitzicht op korte termijn niet bemoedigend. Maanden verbouwen alleen om er iets bewoonbaars van te maken en dan nog jaren om het af te krijgen. Het is niet wat ik in mijn hoofd had bij een huisje vinden op een rustig plekje in de zon.
Het bakbeest heeft me een dag lang met tegenzin naar al die idyllische plekjes vervoerd. 's Ochtends eerst naar de tandarts voor controle. Leuk om eens een tandarts (een vriendelijk Francaise) in het buitenland te bezoeken. En opvallend dat de Franse tandarts slechts eenmaal per jaar controle aanbeveelt, waar onze Nederlandse kiezenpeuteraars toch liever twee keer per jaar een factuur verzenden.
Het bakbeest wilde waarschijnlijk ook op controle, want na het tandartsbezoek begon hij te grommen. Dat grommen zwol gedurende de dag aan tot een gebrul waarvoor ik me schaamde als ik door een dorpje reed. Ik voelde me een ouder met een krijsend kind in de supermarkt. Je wilt dat het ophoudt, maar je weet niet hoe. Zo snel mogelijk naar huis.
Mijn TomTom van Medeon, het wereldberoemde Aldi huismerk voor elektronica, wist er wel raad mee. Snel naar huis, doen we! Ze (ik heb haar Mireille gedoopt) stuurde me onvervaard een onverhard bospad op en later zelfs een uitgesleten karrenspoor, dat ik in eerste instantie voorbij was gereden uit onwaarschijnlijkheid.
Het bakbeest brulde en hotste naar beneden ik zat me stilletjes af te vragen waarom ik een Mireille bij de Aldi had gekocht die mij over weggetjes stuurde waar duidelijk in geen jaren iets met vier wielen had gereden. Misschien wilde ze romantisch samen zijn, want het was al donker aan het worden. Toen het spoor zo uitgesleten was dat de buik van het bakbeest de grond raakte nam ik mij voor om nooit meer naar Mireilles te luisteren. Het pad was te smal om te keren en het liep een dalletje in met onderaan een prachtige modderpoel. Als ik daarin stil zou komen te staan moest er een goedgebouwde tractor aan te pas komen om me er weer uit te krijgen. En ik wist niet eens waar ik was, afgezien van Dordogne en Frankrijk.
Met de moed der wanhoop heb ik gas gegeven, de protesten van het bakbeest en mijn keukeninventaris negerend. Het moet een vreemd schouwspel geweest zijn, een camper met kapotte uitlaat die vol gas van de helling af komt denderen. Als ik daar had gewandeld had ik mezelf bij de politie aangegeven.
Dat ik hier nu zit te schrijven betekent dat we er doorheen zijn gekomen. Het pad liep weer omhoog en kwam zowaar op een asfaltweg terecht. Het was Mireille blijkbaar prima bevallen, want ze wilde me doodleuk 200 meter verder weer de bush in sturen. Ik moet haar nog een keer gaan uitleggen dat ik een camper heb van 3 meter hoog en geen kekke jeep met vierwielaandrijving en lier.
Het bakbeest heb ik als beloning voor zijn trouw en moed naar de uitlatendokter gebracht. En mijn beeld van de Franse dienstverlener is daar enorm van opgeknapt. In plaats van een nieuwe uitlaat van honderden euro's heeft de garagist wat bouten vervangen en stond ik voor een paar tientjes te glimmen naast mijn camper, die nu fluisterend over de Franse dreven zweeft.
Ik wens jullie een kerst met weinig TV, matig gevulde buikjes en volle harten.
Het was nodig, na weken achtereen ook hier grijze luchten en miezerige regen. Ik heb deze weken vooral achter mijn toetsenbord doorgebracht, maar ook daar komt een omslag. De meeste Binc klussen zijn af. De komende twee weken ga ik mijn vrijheid weer een beetje vieren en kerst natuurlijk. Voor Sablou een uitermate stille kerst: naast het koninklijk echtpaar en de filosoof is er nog één kerstgast. Alle andere tijdelijke bewoners zijn naar Nederland of België vertrokken.
Volgende week komen er weer nieuwe gasten, zelfs speciaal voor mij. Erg fijn dat mijn zoon met twee vrienden de 1000 kilometer komt overbruggen.
Begin december ben ik met een groepje enthousiaste Vlamingen hier in de regio op huizenjacht geweest. Het idee was om onze euro's bij elkaar te leggen en dan een mooie hofstede te kopen, met naast een ruime woning voor het gezin van kok en kamerdame en leuk huisje voor mij en een vakantieverblijf voor het andere Vlaamse gezin. Als het even kon ook nog de mogelijkheid om wat kleine vakantiewoningen te realiseren voor de verhuur.
Dat viel niet mee. Ons budget was te krap om een mooie bewoonbare boerderij te kopen, dus werd het een visite langs 'objecten' waarvan je eigenlijk alleen muren en dak kon gebruiken. Wel op de prachtigste plekken, in een stilte van vernis, met uitzicht over beboste valleien. Hoewel we allemaal genoten van het vooruitzicht onze droom daar te realiseren, was het vooruitzicht op korte termijn niet bemoedigend. Maanden verbouwen alleen om er iets bewoonbaars van te maken en dan nog jaren om het af te krijgen. Het is niet wat ik in mijn hoofd had bij een huisje vinden op een rustig plekje in de zon.
Het bakbeest heeft me een dag lang met tegenzin naar al die idyllische plekjes vervoerd. 's Ochtends eerst naar de tandarts voor controle. Leuk om eens een tandarts (een vriendelijk Francaise) in het buitenland te bezoeken. En opvallend dat de Franse tandarts slechts eenmaal per jaar controle aanbeveelt, waar onze Nederlandse kiezenpeuteraars toch liever twee keer per jaar een factuur verzenden.
Het bakbeest wilde waarschijnlijk ook op controle, want na het tandartsbezoek begon hij te grommen. Dat grommen zwol gedurende de dag aan tot een gebrul waarvoor ik me schaamde als ik door een dorpje reed. Ik voelde me een ouder met een krijsend kind in de supermarkt. Je wilt dat het ophoudt, maar je weet niet hoe. Zo snel mogelijk naar huis.
Mijn TomTom van Medeon, het wereldberoemde Aldi huismerk voor elektronica, wist er wel raad mee. Snel naar huis, doen we! Ze (ik heb haar Mireille gedoopt) stuurde me onvervaard een onverhard bospad op en later zelfs een uitgesleten karrenspoor, dat ik in eerste instantie voorbij was gereden uit onwaarschijnlijkheid.
Het bakbeest brulde en hotste naar beneden ik zat me stilletjes af te vragen waarom ik een Mireille bij de Aldi had gekocht die mij over weggetjes stuurde waar duidelijk in geen jaren iets met vier wielen had gereden. Misschien wilde ze romantisch samen zijn, want het was al donker aan het worden. Toen het spoor zo uitgesleten was dat de buik van het bakbeest de grond raakte nam ik mij voor om nooit meer naar Mireilles te luisteren. Het pad was te smal om te keren en het liep een dalletje in met onderaan een prachtige modderpoel. Als ik daarin stil zou komen te staan moest er een goedgebouwde tractor aan te pas komen om me er weer uit te krijgen. En ik wist niet eens waar ik was, afgezien van Dordogne en Frankrijk.
Met de moed der wanhoop heb ik gas gegeven, de protesten van het bakbeest en mijn keukeninventaris negerend. Het moet een vreemd schouwspel geweest zijn, een camper met kapotte uitlaat die vol gas van de helling af komt denderen. Als ik daar had gewandeld had ik mezelf bij de politie aangegeven.
Dat ik hier nu zit te schrijven betekent dat we er doorheen zijn gekomen. Het pad liep weer omhoog en kwam zowaar op een asfaltweg terecht. Het was Mireille blijkbaar prima bevallen, want ze wilde me doodleuk 200 meter verder weer de bush in sturen. Ik moet haar nog een keer gaan uitleggen dat ik een camper heb van 3 meter hoog en geen kekke jeep met vierwielaandrijving en lier.
Het bakbeest heb ik als beloning voor zijn trouw en moed naar de uitlatendokter gebracht. En mijn beeld van de Franse dienstverlener is daar enorm van opgeknapt. In plaats van een nieuwe uitlaat van honderden euro's heeft de garagist wat bouten vervangen en stond ik voor een paar tientjes te glimmen naast mijn camper, die nu fluisterend over de Franse dreven zweeft.
Ik wens jullie een kerst met weinig TV, matig gevulde buikjes en volle harten.
zondag 14 december 2014
Handen en hoofd vol
Het is winter en de het einde van het jaar nadert. Als altijd wil iedereen nog even snel iets, voor men zich in het kerstreces stort. Of, zoals het hotel waar ik vorig jaar was, in de kerstdrukte.
Dat is voor een Binc stevig aanpoten. Een stuk of zes projecten die een eindje verderop geholpen moeten worden. Gelukkig is het buiten grijs en relatief koud. En het is stil op Sablou. Geen zomergasten, geen buitenspelende prinsesjes, zelfs de vogels houden hun mond. In de supermarkten die berekend zijn op het toeristenseizoen kun je een winkelwagentjesrace houden zonder iemand te raken.
Het gaat goed met me, maar mijn hoofd zit vol met programmeercode en databases. Net als vorige week gun ik mezelf niet de rust om mijn gedachten met jullie te delen. Maar gelukkig heb ik een mooi alternatief. Ik mag van An Burvenich dit ontroerend mooie stukje tekst publiceren. An heeft de durf en het talent om prachtige dingen te schrijven en ik hoop dat jullie er net zo van genieten als ik. An schrijft in het Vlaams.
Volgende week hoop ik er weer te zijn. Met een kerstspecial, uiteraard.
Handen
Het is lente buiten. Alleen de bladeren kleuren herfst. Vreemde combinatie. Geen handgekleum, geen vingers die van wit naar paars trekken. Daar word ik vrolijk van, vooral op deze dag, … . Ik denk aan de handen van mijn overgrootmoeder, de handen van mijn opa, de handen van mijn oma,… al die handen die ik niet meer vast kan houden.
In detail weet ik sommige bewegingen nog: hoe ze aardappelen schilden in een gekleurd bassintje, met een door de jaren krom geslepen Molenaarsmes. Hoe ze in de namiddag van 13u - 14u, rustten in overgrootmoeders schoot; hoe de ene duimnagel, in het vel van de andere duim duwde, terwijl de ogen zich even van de wereld afsloten, … hoe iedereen er op stond, op dat uurtje rust in een stilte die van een andere soort was: er waren nog tikgeluiden van wekkers en vroeger ging er ook nog een slingerklok af : BIM BAM… gedaan met de rust!
De handen van mijn opa: grote knokkels, dikke aders, afgeplatte duimnagel,… graaien in de koekjestrommel, DE KOEKJEStrommel!
In een welke- koekjes- zouden- er- dit- keer- in -zitten- raadselachtige -sfeer - gingen ze altijd eerst even over het deksel heen… gevolgd door zijn vinger die snel ergens naartoe wijst, eigenlijk nergens naartoe wijst, …en een opletten voor die andere hand die snel je koekje mee gritst…! Zijn handen die papier verfrommelden om het hout in het haardvuur aan te steken, de blaasbalg op en neer drukten,… stevige handen, rond die specifieke koffietas, rond dat ene broodmes, op dat ene broodplankje…rond zijn Ladastuur, rond zijn mond toeterend, een nepscheet producerend, rond een encyclopedie, rond de dagkalender van "London" die hij elke dag een dagje doordraaide.
De ene kant is nu meer afgebleekt, dan de andere kant. Mijn oma's handen draaiden de dagen niet meer verder door, sinds mijn opa 's handen de dagkalender niet meer konden verzetten.
Er hing een soort van fierheid om de zachte handen van mijn oma, om haar bleke frêle huid, om haar afgeronde nageltjes met een nagellakje assortie met elke bolletjeshalsketting die ze droeg, … ook op die wijze bewogen haar handen een kleine houten spatel, aan het elektrisch fornuis; knoopjes van een nieuwe Damart bloesverpakking en de daarbijbehorende verrassing; het zondagsblad en haar brilmontuur, waarachter angstige ogen een nieuwtje moesten delen om ons te waarschuwen voor de wereld buiten. Diezelfde handen vormden zich rond pastelkrijtjes, verfkwasten, kaartjes, kaders,… rond het emballeren van spullen en het uitpakken van spullen… rond haar specifieke broodmes, haar persoonlijke koffietas, haar broodplankje… ze ademden zin in smaak uit en proefden altijd naar meer.
Het is lente buiten. Ik ga niet naar het kerkhof. Ik hou daar niet van. Op het kerkhof zijn mensen dood. Ik ga naar buiten. Ik denk aan handen en hou ze zolang ik kan, levend.
Dat is voor een Binc stevig aanpoten. Een stuk of zes projecten die een eindje verderop geholpen moeten worden. Gelukkig is het buiten grijs en relatief koud. En het is stil op Sablou. Geen zomergasten, geen buitenspelende prinsesjes, zelfs de vogels houden hun mond. In de supermarkten die berekend zijn op het toeristenseizoen kun je een winkelwagentjesrace houden zonder iemand te raken.
Het gaat goed met me, maar mijn hoofd zit vol met programmeercode en databases. Net als vorige week gun ik mezelf niet de rust om mijn gedachten met jullie te delen. Maar gelukkig heb ik een mooi alternatief. Ik mag van An Burvenich dit ontroerend mooie stukje tekst publiceren. An heeft de durf en het talent om prachtige dingen te schrijven en ik hoop dat jullie er net zo van genieten als ik. An schrijft in het Vlaams.
Volgende week hoop ik er weer te zijn. Met een kerstspecial, uiteraard.
Handen
Het is lente buiten. Alleen de bladeren kleuren herfst. Vreemde combinatie. Geen handgekleum, geen vingers die van wit naar paars trekken. Daar word ik vrolijk van, vooral op deze dag, … . Ik denk aan de handen van mijn overgrootmoeder, de handen van mijn opa, de handen van mijn oma,… al die handen die ik niet meer vast kan houden.
In detail weet ik sommige bewegingen nog: hoe ze aardappelen schilden in een gekleurd bassintje, met een door de jaren krom geslepen Molenaarsmes. Hoe ze in de namiddag van 13u - 14u, rustten in overgrootmoeders schoot; hoe de ene duimnagel, in het vel van de andere duim duwde, terwijl de ogen zich even van de wereld afsloten, … hoe iedereen er op stond, op dat uurtje rust in een stilte die van een andere soort was: er waren nog tikgeluiden van wekkers en vroeger ging er ook nog een slingerklok af : BIM BAM… gedaan met de rust!
De handen van mijn opa: grote knokkels, dikke aders, afgeplatte duimnagel,… graaien in de koekjestrommel, DE KOEKJEStrommel!
In een welke- koekjes- zouden- er- dit- keer- in -zitten- raadselachtige -sfeer - gingen ze altijd eerst even over het deksel heen… gevolgd door zijn vinger die snel ergens naartoe wijst, eigenlijk nergens naartoe wijst, …en een opletten voor die andere hand die snel je koekje mee gritst…! Zijn handen die papier verfrommelden om het hout in het haardvuur aan te steken, de blaasbalg op en neer drukten,… stevige handen, rond die specifieke koffietas, rond dat ene broodmes, op dat ene broodplankje…rond zijn Ladastuur, rond zijn mond toeterend, een nepscheet producerend, rond een encyclopedie, rond de dagkalender van "London" die hij elke dag een dagje doordraaide.
De ene kant is nu meer afgebleekt, dan de andere kant. Mijn oma's handen draaiden de dagen niet meer verder door, sinds mijn opa 's handen de dagkalender niet meer konden verzetten.
Er hing een soort van fierheid om de zachte handen van mijn oma, om haar bleke frêle huid, om haar afgeronde nageltjes met een nagellakje assortie met elke bolletjeshalsketting die ze droeg, … ook op die wijze bewogen haar handen een kleine houten spatel, aan het elektrisch fornuis; knoopjes van een nieuwe Damart bloesverpakking en de daarbijbehorende verrassing; het zondagsblad en haar brilmontuur, waarachter angstige ogen een nieuwtje moesten delen om ons te waarschuwen voor de wereld buiten. Diezelfde handen vormden zich rond pastelkrijtjes, verfkwasten, kaartjes, kaders,… rond het emballeren van spullen en het uitpakken van spullen… rond haar specifieke broodmes, haar persoonlijke koffietas, haar broodplankje… ze ademden zin in smaak uit en proefden altijd naar meer.
Het is lente buiten. Ik ga niet naar het kerkhof. Ik hou daar niet van. Op het kerkhof zijn mensen dood. Ik ga naar buiten. Ik denk aan handen en hou ze zolang ik kan, levend.
Abonneren op:
Posts (Atom)