In de lucht vooral grote en kleine vogels. Buizerds of wouwen ofzo. Soms wel tien tegelijk, rustig rondcirkelend. En zwaluwen die hier zoveel te eten hebben dat ze tijd over hebben om tikkertje te doen of zwaluwtje met verlos. Als het donker wordt gaan de zwaluwen naar bed en komen de vleermuizen, die overdag op de vele zoldertjes ondersteboven aan het mediteren zijn.
Verder bomen zo ver als je kunt kijken en gras als je niet te ver kijkt. De bomen heten met z'n allen het 'Bois d'Amour'. Over die naam valt vast nog wel een blogje te schrijven.
Zo ook hier. Veel van het werk bestaat uit het beteugelen van de natuur. Neem het gras. Als natuurfenomeen is dat een vrij tamme boel: het groeit en dan heb je het wel gehad. Maar de Dordogne heeft zo'n lekker klimaat (veel zon en veel regen), dat het beteugelen van het gras een behoorlijke klus is. We hebben er zelfs iemand voor die het gras afrijdt (het is een Belg en daar rijden ze het gras af). Dat gebeurt met zo'n grasmaaier die op een botsautootje lijkt, waar je bovenop kan zitten. Waar het botsautootje niet bij kan gebruiken we een 'bosmaaier'. Dat is zo'n stoer ding op je heup met een heuse benzinemotor. Het stinkt en maakt herrie, maar écht dat het gras kort wordt!
Het zwembad is ook een constant gevecht tegen de natuur. Een zwembad bestaat uit veel water en als het warm is nemen veel insecten een spontane duik. Nu is het zwemwater besmet met chloor, zodat de meeste vliegjes er in blijven. En niet alleen vliegjes. Ik heb ook al twee muizen in het bad gevonden en zelfs een vleermuis.
Om die lijken uit het water te halen en het water fris te laten blijven hebben we een enorme pomp- en filterinstallatie en worden er allerlei chemicaliën toegevoegd. Anti-alg, anti-kalk, snel oplossende chloor, langzaam oplossende chloor, PH-verlager, PH-verhoger, zoutzuur, en zelfs water. En dat alles onder dagelijkse controle, zodat we zelf niet sissend oplossen als we een duikje nemen.
Omdat er in het water voor de natuur niets meer te halen is, heeft het zich op het terras om het zwembad heen verzameld in de vorm van zwarte korstmosachtige aanslag. Als goed badmeester moet ik deze zwarte aanslag bestrijden. Dat is een taaie klus die veel tijd kost. Een klus die uitnodigt tot mijmeren.
Het zwarte groeisel probeer ik met een harde waterstraal weg te spuiten, maar dat kost heel veel water en heel veel tijd. Het alternatief is om chemische hulptroepen in te schakelen, maar dat is weer slecht voor de natuur (de andere natuur, die we niet dood willen maken). Het best voor de natuur zou zijn om de zwarte aanslag gewoon met rust te laten. Maar ja, als we dat zouden doen met het hele landgoed, in harmonie met de natuur, dan zou het binnen een paar jaar overwoekerd zijn en dat noemen we dan 'verloederd'.
Het blijft dus een haat-liefde verhouding tussen ons en de natuur. Dan zwijg ik nog over de muggen, die het vooral 's nachts in mijn kamer erg leuk schijnen te vinden of de griepvirusjes die me afgelopen dagen te pakken hebben gekregen.
Maar als ik 's ochtends vroeg de zon zie opgaan over de beboste heuvels en de reeën gevallen appeltjes onder de boom vandaan zie eten kan het me niet natuurlijk genoeg zijn.