zaterdag 25 februari 2017

Over ijs en vuur

Het is lang geleden dat ik zat te schrijven. In de voorbije maanden hebben zich fragmenten van allerlei verhalen gevormd in mijn hoofd, maar ze kwamen niet op papier terecht.

Vandaag moet het maar wel gebeuren. Het vroor vannacht vier graden, maar dat lijkt een laatste stuiptrekking van de winter. De dag begint met een blauwe lucht en een vriendelijke zon die net mijn huisje bereikt heeft. De overkant van het dal heeft al een uur in de zon kunnen zitten. Het is leuk om te zien hoe de schaduw steeds verder uit het dal verdwijnt, alsof de sluier van de nacht langzaam weggetrokken wordt.

Het was een barre winter voor iemand die Nederland verlaten heeft om de zon op te zoeken. Maar ook in Nederland was het een echte winter, heb ik begrepen.
De manier waarop ik hier woon maakt dat ik de winter veel meer ervaar. Er is geen centrale verwarming en maar één warmtebron, mijn fornuis hier in de keuken. Die gaat 's nachts uit, er kunnen maar een paar blokjes hout in. Waar ik slaap is geen verwarming en dat betekende dat het 's ochtends soms nog net twee graden boven nul was in de slaapkamer en de badkamer. Dat stimuleerde niet om lekker vroeg onder de twee dekbedden uit te komen.

Zo'n koude slaapkamer zorgde wel voor een fenomeen dat ik al heel lang niet meer heb gezien: ijsbloemen op het raam. Hele mooie.
Aan de dakrand hingen -ook ouderwets- dikke ijspegels en de omgeving was in een ansichtkaart omgetoverd. Mijn eerste winter in de Auvergne was een echte!



Ons minidorpje is 's winters nog dunner bevolkt dan anders. De mensen die hier hun vakantiehuis hebben (zelf noemen ze het een "maison secondair", een tweede huis) blijven lekker bij de CV. En omdat een aantal vaste bewoners met kerst op familiebezoek ging, waren Liesbeth en ik als enigen over rond de kerstdagen. Als er dan ook nog zo'n pak sneeuw licht is het bijna jammer om adem te halen, zo stil is het.




Ik heb er al eens eerder over geschreven toen ik op Sablou de kachel moest bedienen: verwarming op gas zoals in Nederland is een geweldig makkelijke manier om je huis warm te houden. Sinds ik hier ben realiseer ik me pas hoeveel mensen nog hout stoken voor verwarming. Zeker hier op het golvende platteland, waar overal om ons heen bos staat.
En hout is in allerlei opzichten niet het makkelijkste materiaal om te stoken. Even een pseudo-wetenschappelijk grafiekje. 



Je kunt daarin zien dat hout zowel wat volume als gewicht betreft helemaal onderaan de ranglijst staat. Om voldoende warmte in huis te hebben, heb ik ongeveer één tiende van mijn huis als opslag nodig.
In het najaar werd door Francois, een boer uit het dorp, 10 kuub hout op mijn drempeltje gedeponeerd. Hij meldde er bij dat het beuken, eiken en kersenhout was en dat ik het gemengd moest opslaan. Dat mengen was op dat moment mijn minste zorg: ik had een giga berg hout die op een of andere manier droog moest blijven. En welke blokken precies uit welke boom kwamen wist ik ook al niet.

Op de foto zie je ongeveer een kwart van de 10 kuub liggen. Uiteindelijk is het allemaal door dat kleine deurtje links verdwenen.


Ik wist niet eens of die 10 kuub wel genoeg zou zijn. De schattingen van mensen om me heen liepen uiteen van 10 tot 20 kuub of wel meer, per huis per winter.

De tip van Francois over het gemengd opslaan heb ik begrepen toen ik ging stoken. Een lekker vuurtje beginnen met eikenhout kun je wel vergeten. Beukenhout, gekloofd in kleine stukjes, daar komt het vuur mee op gang. En als het dan lekker brandt kun je er eikenhout bij doen. Regelmatig gebeurde het dan toch nog dat het eikenhout alleen maar smeulde en het steeds kouder werd in mijn keukentje. Ook het regelen van de temperatuur valt niet mee zonder thermostaat. Een schuifje voor de luchttoevoer daar moet ik het mee doen, dus de temperatuur in mijn keuken gedroeg zich als een dame in de overgang.

Inmiddels ben ik er een stuk handiger in geworden. Ik herken wat voor soort houtblok ik in mijn handen heb, laat het vuur nooit meer per ongeluk uit gaan en kan 's ochtends binnen een kwartier een lekker vuurtje in m'n fornuis hebben branden. Trouwens wel handig, zo'n fornuis dat de hele dag warm is. Er staat bijna altijd een ketel water zachtjes op te neuriën en een taartje bakken is zo gebeurd. Zelfs mijn diepvriespizza's komen nu uit de houtoven.
Maar het blijft gedoe om iedere dag een stuk of tien blokken naar binnen te sjouwen en in een gloeiend heet vakje te stoppen, dat maar net groot genoeg is voor de houtblokken. Tegen licht verbrande vingers helpt het het best om je vingers hard door je haar over je hoofd te wrijven. Mysterieus, maar de pijn verdwijnt heel snel, probeer maar.

Mijn voorraad blijkt zelfs met een koude winter meer dan voldoende. Ik heb nu ongeveer nog de helft over. Hout is wel goedkoper dan gas: voor ongeveer 300 euro kom ik het stookseizoen door. Het blijft wel jammer dat hout stoken voor relatief veel CO2 zorgt. Als ik het goed heb uitgerekend moet ik dit jaar 20 bomen planten om dat te compenseren.


En dan wordt het nu tijd voor de vieze plaatjes! Ik laat hem hier klein zien, uitvergroot (klik) is het echt een monsterlijk ding. Op Facebook had ik gevraagd of iemand wist wat dit was. Hoewel er leuke suggesties binnenkwamen is er geen prijswinnaar geweest.

Dit vreemde organische groeisel is het gevolg van een proces dat op deze manier begon:


Je ziet hier de ambachtelijke bereiding van zuurkool, waar ik ook dapper aan heb meegedaan in oktober. Het gebeurt hier in deze kleine gemeenschap regelmatig dat er een activiteit is waar een groep mensen aan meedoet om elkaar te helpen. Als het werk gedaan is komt er onvermijdelijk een maaltijd met z'n allen. Zo helpen we elkaar met de oogst, om een gebied schoon te maken van onkruid, een oud pad vrij te maken of zuurkool te maken.
Eigenlijk kwam ik hier om een beetje te programmeren en over de wijde vallei uit te kijken in het zonnetje, maar het meehelpen is een leuke manier om kennis te maken met de mensen en het leven hier. En ik heb tot nu toe niets ervaren van onaardigheid tegen buitenlanders of zo. Wat dat betreft is het mij een raadsel waarom zo veel Fransen op Le Pen gaan stemmen, maar dat is een ander verhaal dat ik nog wel eens ga vertellen.

Aan het eind van de dag had ik kool geoogst, geraspt, gezouten en gestampt en ging ik naar huis met mijn emmertje biologische zuurkool. Op een donkere koele plaats weggezet en drie maanden niet meer naar gekeken. Toen ik wel keek had zich bovenop de zuurkool het vreemde groeisel gevormd, dat er uitziet of het ieder moment weg kan gaan glibberen onder het uitstoten van vreemde keelklanken. Ik heb het maar weggehaald. De zuurkool ruikt nog goed en ook de vreemde levensvorm stonk niet, maar ik twijfel of ik nog ga smullen van mijn emmertje. Het beeld van die verwaarloosde SOA, zoals iemand het creatief benoemde, doet de eetlust enigszins afnemen.


Verder ben ik op een prettige manier de de winter doorgekomen. Een beetje programmeren en veel verbeteren aan mijn kleine huis. De zolder is inmiddels geïsoleerd, evenals de buitenmuren van één van de slaapkamers. En ik heb mijn best gedaan het vervuilde mintgroen te vervangen door fris wit.

Dat opknappen zal het voorjaar nog wel doorgaan en dan komt komende zomer het moment dat ik een knoop wil gaan doorhakken: ga ik me hier echt vestigen of zwerf ik weer een stukje verder of misschien wel terug. De tijd zal het leren. Vooralsnog bevalt het me hier prima.

Ik hoop dat het met jullie goed gaat, ik hoor niet zo veel uit Nederland. Ik zal jullie in ieder geval op deze onregelmatige manier op de hoogte blijven houden.