Zeventig jaar geleden was Aurouer een dicht bevolkt dorp, met veel meer huizen dan er nu staan. Er woonden boeren, van het keutertype, die in de winter klompen maakten zoals alle boeren uit de streek. Voor die klompen kwamen ze zelfs uit Bretagne, zo goed waren ze.
![]() |
Aurouer, daar tussen de bomen |
Zowel die zoons als Annie trokken weg uit Aurouer, naar de grote steden: Vichy, Roanne of zelfs Clermont-Ferrand. Daar bruiste het leven meer dan in de landelijke omgeving van Aurouer. Marthe bleef. Ze kende niet anders dan Aurouer en La Chabanne en je had er alles wat een mens nodig had.
Marthe bleef zó lang dat ze de jongelui weer terug zag komen. Niet meer zo jong en een beetje moe van de drukte van de grote stad, kwamen ze terug naar Aurouer om de vakanties door te brengen. De huisjes in Aurouer werden geërfd door de jongere generatie, die er vakantiehuisjes van maakten.
Het bracht weer wat leven in het dorp, maar ook stadse invloeden waar Marthe het niet zo op had. Neem nu Annie. Bij het inrichten van haar ouderlijk huis als vakantiehuisje had ze het goede aardewerk zo maar weg gedaan en vervangen door nieuw. Terwijl het oude nog prima was.
Het nieuwe servies had streepjes in felle kleuren. Aanstellerij waar je snel weer op uitgekeken was, vond Marthe. In haar keukenkast geen polonaise.
Toch is het zo dat nu een deel van dat servies met die streepjes in de fraaie jaren zeventig kast van Marthe staat.
Hoe dat bakje daar terecht is gekomen, dat heeft te maken met mijn avonturen van het afgelopen halfjaar.
In april was ik nog op de schapen van Daniëlle aan het passen en schreef ik jullie over Kareltje. Er was toen al een bezoek aan de Auvergne gepland, omdat ik een Nederlandse dame had ontmoet, Liesbeth, die hulp nodig had bij de verbouwing van haar nieuwe huis in de Auvergne.
Ik was geïnteresseerd in de Auvergne omdat ik het een mooie streek vind en de huizenprijzen er zodanig laag zijn, dat ik er met de schamele inhoud van mijn spaarpot nog wel iets kon kopen.
De plannen die ik had om samen met Ton een boerenerf te gaan bevolken kwamen niet echt van de grond, dus ik wilde me wel oriënteren op iets anders.
![]() |
Annie had het huis niet volledig ontruimd, bleek toen we aankwamen bij Liesbeths nieuwe eigendom. Er stonden nog monumentale kasten en bedden van 1,15 m breed en 1,80 m lang. Ooit was dat voldoende voor twee volwassenen, nu kon ik er net diagonaal in mijn eentje in. En een boel servies, waaronder vrolijke bakjes en bekers met streepjes. Liesbeth wilde schoon schip, dus ik kreeg die bakjes en bekers.
![]() |
Het huis van Liesbeth |
De badkamer die ik had gebouwd was nog niet helemaal af, dus een paar weken later ging ik terug om hem te vervolmaken.
Ik ontmoette toen Bernard (spreek uit als "Bernaar"), die de eigenaar was van ook zo'n leuk huisje, vijftig meter rechts van het huis van Liesbeth. Dat huisje was van zijn ouders geweest en stond nu leeg omdat zijn moeder Marthe niet zo lang geleden overleden was. Bernard wilde het gaan opknappen, maar had een slechte knie waardoor het er niet van kwam.
Het leek me wel een leuk idee om in het huisje te gaan wonen. Dat het nog helemaal in de stijl van de jaren zeventig was, vond ik niet zo'n probleem. Er was elektriciteit, water en verwarming en ik kon tijdens het wonen wel een beetje op gaan knappen, dacht ik.
Na een maandje nadenken vond Bernard het wel een goed idee. We spraken af dat ik per 1 september het huisje zou gaan huren, tegen een prijs waar je in Utrecht nog geen garage voor huurt.
En zo gebeurde het. Eind augustus ben ik met mijn verhuiswagenpark (een Suzuki Alto en een camper van 36 jaar oud) heen en weer gaan rijden tussen de Correze en de Auvergne. Het waren veel kilometers en barre tochten, met banden die op knappen stonden en koelsystemen die het opgaven. Maar half september was alles over, inclusief het vrolijk gekleurde servies van Annie, dat uiteraard een plekje kreeg in de mooie jaren zeventig kast van Marthe.
![]() |
Het huis van Bernard, waar ik nu woon. |
Dus woon ik hier nu al anderhalve maand, op kruipafstand van een hele leuke buurvrouw waar ik regelmatig samen mee eet, praat, film kijk en allerlei andere dingen doe die mensen doen als ze elkaar aardig vinden. Het leven hier bevalt me prima, mede omdat ik sinds een week zelf een internetaansluiting heb. De draad hing er al, zoals je op de foto kunt zien, maar er kwam anderhalve maand lang niets doorheen.
De komende weken zal ik wat meer vertellen over het huis en het dorp en de mensen die er wonen enzo. Het heet Aurouer, maar dat had je vast al begrepen.
Er komen ongetwijfeld ook bespiegelingen over het leven tussendoor, dat kan ik ook niet helpen. Ik vind het fijn om weer te schrijven en ik ben blij dat je naar me hebt geluisterd. Tot snel!
Trouwens, Annie en Marthe zijn echt buren geweest in Aurouer, maar wat Marthe vond van het gestreepte servies van Annie heb ik helemaal zelf verzonnen. Marthe was een lieve zachtaardige vrouw, heb ik uit de verhalen begrepen, dus misschien heb ik haar iets te streng gemaakt.