Ik wil jullie een liedje laten horen, met een bijbehorende videoclip. De combinatie van die twee speelt me al weken door het hoofd.
Het is muziek van Steven Wilson, een muzikale workaholic, die van zichzelf zegt dat hij geen "happy songs" schrijft. Alle muziek van Steven Wilson heeft iets melancholieks. Soms agressief melancholisch, met bijtende gitaren. Soms prachtig, zoet melancholisch, waarbij je het bijna fijn gaat vinden om verdrietig te zijn.
Ik realiseer me dat ik voornamelijk van melancholische muziek hou. Natuurlijk word ik soms wel vrolijk van een lekker deuntje, maar de muziek die me echt aangrijpt is droevige muziek, muziek waarin geleden wordt. Groot en meeslepend lijden, zoals van Tsjaikowski. Of klein verdriet zoals in jazz-ballads. "Nobody loves you when you're down and out". Dat is het soort muziek waarbij ik merk dat de tranen over mijn wangen lopen, terwijl ik aan het programmeren ben en de muziek op de achtergrond speelt. Via de achterdeur komen die klanken binnen en raken iets in me, zonder dat ik weet waarom.
Ik geloof dat dat komt omdat ik het leven ook zo ervaar. Niet als groot en meeslepend drama, hoor, hoewel dat snel kan omslaan als er echt iets verdrietigs in mijn leven zou gebeuren. Zoals een Franse vriend die een goeie vriend verloor bij de aanslag in Parijs, begin veertig, twee jonge kinderen. De dood van geliefden is groot drama.
Mijn melancholie gaat over hoe ik het leven in het algemeen ervaar. Ik ervaar het leven als een mislukte poging, al heel lang. Iets in de basis klopt niet, maar er valt gelukkig best nog iets bruikbaars van te maken.
Het voelt zoals een stukje schrijven waarover ik niet tevreden ben als het af is. Met wat woorden veranderen hier en daar wordt het acceptabel, maar helemaal geslaagd zal het nooit zijn. Of een kast die nooit zo mooi wordt als toen hij nog als idee in mijn hoofd zat.
Zo lijkt het met het leven ook te gaan. Aan het begin ervan had ik mooie plannen en idealen en nu weet ik dat veel van die plannen en idealen niet meer gerealiseerd gaan worden. Bij die idealen hoort hoe ik dacht dat mensen met elkaar om zouden gaan, met elkaar verbonden zouden zijn. Maar gaandeweg kom ik er achter dat we altijd in ons eigen coconnetje leven, steeds weer proberend om elkaar te begrijpen, met elkaar mee te voelen, maar altijd gescheiden.
Soms lijkt die scheiding weg te vallen en dat is voor mij geluk. Bij momenten samen met je geliefde, soms bij het in de ogen kijken van een dier, bij samen met iemand lachen of het delen van verdriet. Bij het ervaren van de grootsheid van de natuur: stilte met één vogeltje, een roze-paarse hemel in de ondergaande zon, een zee. En soms bij het beluisteren van muziek.
Wees niet bang lieve lezers, ik schrijf dit stukje niet vanuit een depressieve toestand en ben ook zeker niet ongelukkig. Het leven is absoluut de moeite waard en soms zelfs om te zingen, vooral als mensen zich met elkaar verbonden tonen. Mijn melancholie gaat over het verdriet om wat het zou kunnen zijn, over het verlies van het paradijs. Over die kast die zo mooi had kunnen zijn, maar het net niet helemaal is. Over het zoeken naar iemand die mij helemaal begrijpt en die ik helemaal begrijp. Ik begrijp en accepteer dat de werkelijkheid zo niet in elkaar zit en daar is prima mee te leven.
Zeker met de hulp van een mooi liedje met een mooi filmpje. Ik wens jullie veel zoet verdriet.
zondag 22 november 2015
Even bijpraten
Na het de uit de lucht gevallen walnootbericht van twee weken geleden, nu een iets gedegener aanpak. Waar ben ik en hoe is dat zo gekomen?
Toen ik in februari afscheid van jullie nam woonde ik nog op Sablou, het mooie landgoed met de koning en de koningin. Het plan was om daar tot mei te blijven en dan al huisoppassend Europa door te trekken. En plannen zijn de dingen die je maakt terwijl het leven zich daar niets van aantrekt.
Ik ben in ieder geval wel Europa doorgetrokken. Van Sablou naar Nederland -waar mijn zoon 21 werd- naar Sablou naar Portugal naar Sablou naar Nederland -waar mijn moeder 80 werd- naar Val Sinestra naar het Zwarte Woud naar Beaulieu-sur-Dordogne, waar ik nu woon. Of eigenlijk woon ik in Altillac, maar Beaulieu ligt net aan de andere kant van de rivier (de Dordogne, inderdaad) en dat klinkt zo veel mooier dat ik net doe of ik daar woon.
De plannen werden aangepast omdat Ton op bezoek kwam op Sablou. Ton woonde sinds drie jaar in het Zwarte Woud, dat eigenlijk gewoon groen is en heel mooi, terwijl "Schwarzwald" klinkt als een monster uit een Harry Potter boek. Ton was vanuit Utrecht naar het Woud getrokken om een leuk huisje achteraf te kopen, maar dat viel niet mee. De prijzen waren te hoog en er was veel verkeer en het klimaat was ook niet zo goddelijk als Ton had gehoopt. Toen bovendien de huizenperikelen omsloegen in huiselijke perikelen was voor Ton de maat vol. In navolging van de Amazing Stroopwafels ging hij naar Frankrijk en kwam hij nooit meer terug.
Ik had afgelopen winter redelijk goed geboerd en toen Ton langskwam met het plan om een huis te kopen in de buurt van de Dordogne ben ik mijn spaarvarken gaan raadplegen. Als ik mijn schamele spaarcentjes bij het kapitaal van Ton legde, hadden we voldoende om het begin van een klein dapper dorpje te kopen: een woonhuis voor Ton en alle vrouwen die zich bij hem thuisvoelen en een te verbouwen schuur voor mij. We zochten allebei hetzelfde: niet te veel luxe en rustig.
Ik ben met Ton een dag lang mee gaan bezichtigen om eens te zien welke huizen hij had uitgekozen en dat paste wonderbaarlijk goed.
Ton is vervolgens voortvarend aan het werk gegaan en heeft een huurhuis gevonden, waar we met z'n tweeën met gemak in passen. En daar hebben we begin mei ons hoofdkwartier gevestigd om het begin van een dapper klein dorpje te kopen.
En Sablou dan? Sablou moet het zonder mij stellen en dat lukt prima. Ik hield naast dertig uur werken voor kost en inwoning niet voldoende tijd over voor andere dingen. Ik werk nu veel minder en geniet meer.
Sablou staat voor een belangrijke beslissing. Blijft het privé eigendom met wat goedwillende vrijwilligers om alles draaiend te houden of wordt het een gemeenschap van kleine ondernemertjes die duurzaam en ecologisch en kleinschalig iets moois gaan maken. De toekomst van Sablou heeft als een dikke rode draad door de negen maanden gelopen die ik er was. En al die negen maanden bleef onzeker welke kant het op ging, omdat het gecompliceerd is om een besluit te nemen dat altijd goed uitpakt. Het leek en lijkt me goed om vanuit de verte te zien welke kant het opgaat en wie weet... Plannen maken kan altijd.
Een kasteel is het hier zeker niet, maar we hebben wel een prinsesje bij ons wonen. Ze heet Suus en ze heeft twee kamerheren die voor haar de deur opendoen als ze naar buiten wil en de deur nog een keer open doen als ze vijf minuten later toch liever binnen wil zijn. De kamerheren zetten het eten klaar, maken het huis schoon en stellen hun schoot, dekbed of zelfs hoofdkussen beschikbaar als Suus wil knuffelen. En sinds enige maanden is Suus de enige vrouw die interesse toont in de inhoud van mijn broek.
Toen ik in februari afscheid van jullie nam woonde ik nog op Sablou, het mooie landgoed met de koning en de koningin. Het plan was om daar tot mei te blijven en dan al huisoppassend Europa door te trekken. En plannen zijn de dingen die je maakt terwijl het leven zich daar niets van aantrekt.
![]() |
Huidig huis |
Ik ben in ieder geval wel Europa doorgetrokken. Van Sablou naar Nederland -waar mijn zoon 21 werd- naar Sablou naar Portugal naar Sablou naar Nederland -waar mijn moeder 80 werd- naar Val Sinestra naar het Zwarte Woud naar Beaulieu-sur-Dordogne, waar ik nu woon. Of eigenlijk woon ik in Altillac, maar Beaulieu ligt net aan de andere kant van de rivier (de Dordogne, inderdaad) en dat klinkt zo veel mooier dat ik net doe of ik daar woon.
De plannen werden aangepast omdat Ton op bezoek kwam op Sablou. Ton woonde sinds drie jaar in het Zwarte Woud, dat eigenlijk gewoon groen is en heel mooi, terwijl "Schwarzwald" klinkt als een monster uit een Harry Potter boek. Ton was vanuit Utrecht naar het Woud getrokken om een leuk huisje achteraf te kopen, maar dat viel niet mee. De prijzen waren te hoog en er was veel verkeer en het klimaat was ook niet zo goddelijk als Ton had gehoopt. Toen bovendien de huizenperikelen omsloegen in huiselijke perikelen was voor Ton de maat vol. In navolging van de Amazing Stroopwafels ging hij naar Frankrijk en kwam hij nooit meer terug.
![]() |
Tuin toen |
Ik ben met Ton een dag lang mee gaan bezichtigen om eens te zien welke huizen hij had uitgekozen en dat paste wonderbaarlijk goed.
Ton is vervolgens voortvarend aan het werk gegaan en heeft een huurhuis gevonden, waar we met z'n tweeën met gemak in passen. En daar hebben we begin mei ons hoofdkwartier gevestigd om het begin van een dapper klein dorpje te kopen.
En Sablou dan? Sablou moet het zonder mij stellen en dat lukt prima. Ik hield naast dertig uur werken voor kost en inwoning niet voldoende tijd over voor andere dingen. Ik werk nu veel minder en geniet meer.
Sablou staat voor een belangrijke beslissing. Blijft het privé eigendom met wat goedwillende vrijwilligers om alles draaiend te houden of wordt het een gemeenschap van kleine ondernemertjes die duurzaam en ecologisch en kleinschalig iets moois gaan maken. De toekomst van Sablou heeft als een dikke rode draad door de negen maanden gelopen die ik er was. En al die negen maanden bleef onzeker welke kant het op ging, omdat het gecompliceerd is om een besluit te nemen dat altijd goed uitpakt. Het leek en lijkt me goed om vanuit de verte te zien welke kant het opgaat en wie weet... Plannen maken kan altijd.
Een kasteel is het hier zeker niet, maar we hebben wel een prinsesje bij ons wonen. Ze heet Suus en ze heeft twee kamerheren die voor haar de deur opendoen als ze naar buiten wil en de deur nog een keer open doen als ze vijf minuten later toch liever binnen wil zijn. De kamerheren zetten het eten klaar, maken het huis schoon en stellen hun schoot, dekbed of zelfs hoofdkussen beschikbaar als Suus wil knuffelen. En sinds enige maanden is Suus de enige vrouw die interesse toont in de inhoud van mijn broek.
Zo wonen en werken we hier nu al meer dan een half jaar. Ton schrijft een boek en zoekt huizen. Bovendien verbouwt, verzamelt en bereidt hij het eten voor ons. Ik doe wat webwerkzaamheden, maak meubels en zo nu en dan schoon, repareer wat er te repareren valt en doe de afwas. En Suus is manager van de muizenpopulatie in en om het huis en test plekjes op slaapbaarheid.
![]() |
Blik uit het keukenraam. Ander afval op de composthoop. |
Het leven is hier eigenlijk heel saai en het bevalt me prima. Ons huis staat aan de rand van een gehuchtje op een heuvel en per dag komen er tien auto's langs (vijf 's ochtends en vijf 's avonds) en als het mee zit drie trekkers. In het hoogseizoen lopen er wel eens wandelaars langs. Hier en daar start iemand de kettingzaag of de grasmaaier. Verder alleen vogelzang, het ruisen van de bomen, heel zacht de rivier ver in het dal, het tsirpen van de krekels en het vriendelijke geknal van jagers in het bos. En de achterburen willen nog wel eens onwelvoeglijke geluiden maken.
![]() |
Achterburen |
We hebben een zomer achter de rug die eigenlijk pas vorige week is afgelopen. Wat een heerlijk klimaat! Als het begin van het dappere dorpje er komt is dat prachtig, want dan hoeven we geen huur meer te betalen. Maar als het er niet van komt blijf ik hier lekker wonen tot mijn spaarpot leeg is en ik in Nederland weer een baan moet zoeken.
Het computerwerk begint een beetje op te drogen, helaas. Misschien denkt iedereen dat ik mijn schaapjes hier droog zit te tellen, maar ik kan en wil heel graag nieuw werk. De afstand is echt geen probleem met alle skypes, twitters en linkedinnen van tegenwoordig en ik ben eens in de paar maanden in Nederland. Als jullie iemand kennen die een website wil laten bouwen of programmeerwerk heeft, dan hoor ik het graag. Mijn etalage staat op http://www.bincweb.nl
zaterdag 7 november 2015
Noten
Ik zat vanmiddag met mijn noten te spelen (maar daarover later meer), toen ik opeens zin kreeg. Nu heb ik de afgelopen tijd wel vaker zin gehad om weer te gaan schrijven, maar op één of andere manier wilde het niet lukken. Als ik achter mijn toetsenbord ging zitten leek een stukje schrijven opeens een berg. Of beter nog een gebergte, want na dat eerste stukje zouden er nog meer moeten volgen. Ik was uit vorm, zullen we maar zeggen.
Vanmiddag overkwam me, wat meestal "inspiratie" genoemd wordt. Zin om te vertellen en mijn gedachten te delen. Waar het vandaan kwam weet ik niet; misschien omdat het een stralende dag was of omdat ik een oude schuur uitgemest had. Het voelde wel opgeruimd, in ieder geval.
Het is lang geleden, lieve lezers. Lang genoeg om nu een kind te hebben waar ik in februari nog niets van wist, bij wijze van spreken. En omdat ik de meeste van jullie al lang niet meer heb gezien, bij hoge uitzondering een selfie. Hij is volgens mij bijna zoals het hoort, alleen niet uit de hand genomen. Een beetje afstand moet bewaard blijven, anders zijn de rimpels en de grijze haren te goed zichtbaar.
Om alvast wat opdoemende vragen te beantwoorden: ja, ik ben afgevallen. Bij mijn weten heeft dat geen kwalijke oorzaken. Het is waarschijnlijk het gevolg van de kookkunsten van Ton, die uiterst creatief de smaken en calorieën in balans houdt. Ik woon samen met Ton en hij is de voedselspecialist hier in huis. Maar ook daarover later meer, in een volgende blog.
Verder zal aan de foto opvallen dat ik ongeschoren ben, mijn haar niet heb gekamd en een broek aan heb met een scheur er in. Dat zijn de kleine voordelen van het wonen op een heuvel met weinig mensen om me heen. Die kleine oogjes zijn niet alleen omdat Suus de poes me om vijf uur wakker maakte, maar ook omdat vandaag de zon vergeten was dat het herfst is en naar mij schijnt.
Een knalblauwe lucht en een dag met zomerse temperaturen, in november. Ik weet wel waarom ik hier woon.
Maar nu eerst over de noten. Vanmiddag was het tijd om walnoten te pellen. Walnoten zijn hier overal, in deze tijd van het jaar. Als je gaat wandelen moet je je best doen om er niet over weg te rollen. Ook appels en tamme kastanjes vallen bij bosjes van de bomen. Dat schijnt te komen door een vroegere koning, ongetwijfeld Louis geheten. Hij vond het wel een goed idee om overal kastanjebomen te planten, zodat iedereen in elk geval kastanjes zou kunnen eten als er niets anders was.
Ik vond walnoten altijd muf, wrang en bitter smaken. Eerdergenoemde Ton heeft zich daar niet door laten weerhouden en kan ze zodanig in het eten verwerken dat ze prima smaken. En het zijn ware wondernootjes. Een walnoot is niet alleen een noot, maar ook thee en zelfs speelgoed. Maar voor het zo ver is moeten er noten gekraakt worden.
Het eerste dat mij opviel toen ik aan het kraken sloeg was hoe die walnoten op vogelkoppies lijken. M'n gevoel daarover werd er niet beter op toen ik me realiseerde dat ik met een gereedschap aan het kraken was dat een moordenaar heet.
En als het schedeltje dan gekraakt is, komt er iets tevoorschijn dat toch echt veel weg heeft van hersentjes. Ook netjes met een linker- en rechterhelft.
Sommige walnoten hebben last van hersenkrimping. Alzheimer nootjes, zogezegd. Geen volle bak eiwitten, maar een ineengeschrompeld zwart dingetje. Volledig de weg kwijt, zo'n noot.
Soms wordt het kraken niet beloond met een volle noot, maar met een lege dop. Die hebben een nootuitgang: een gaatje waarlangs een of ander beest de noot al heeft leeggehaald. De natuur is keihard!
Maar die hersentjes, daar gaat het om. Ongetwijfeld vol met eiwitten, mineralen en anti-oxidanten en het zal ook wel superfood zijn. Maar het hersentje is lang niet alles. Als je het doormidden breekt komt er een tussenschotje tevoorschijn en daar kun je thee van maken. Lekkere thee zelfs, volgens mensen die het weten kunnen. Mij blijft altijd verbazen hoe mensen schijnen te weten wat ik lekker vind.
Wat er dan overblijft is een lege dop, zou je zeggen. Maar welk kind laat niet onmiddellijk haar gameconsole vallen bij het zien van zo'n prachtig bootje!
Na twee uur noten kraken heb ik wel respect gekregen voor de professionals. Ik heb ongeveer een pond walnoten geproduceerd. Tegen een uurloon van 10 euro zou een kilo walnoten dan al snel 40 euro moeten kosten. En het valt echt niet mee om zo'n noot heel uit z'n dopje te krijgen, terwijl op allerlei kaasjes hele halve walnoten zitten.
Ik stel me zo voor dat die professionals in een Balkans dorpje wonen. Terwijl vader zich vermaakt met de kippen en geiten zit de rest van de familie in bloemetjesschort en met kaplaarzen aan walnoten te kraken. In twee uur heb ik er een stuk of honderd gedaan, maar daar gaat het razendsnel. En feilloos worden de hele noten tevoorschijn getoverd, voor meneer Rambol. Onder het kraken wordt vrolijk gepraat en gelachen, terwijl de zon laag over de heuvels schijnt.
Het zal in het echt wel door een machine gedaan worden.
Ik ga proberen weer wat vaker te schrijven, maar of het iedere week wordt weet ik niet. Als er onderwerpen zijn waar jullie graag meer over willen horen, laat het dan even weten.
Dag!
Vanmiddag overkwam me, wat meestal "inspiratie" genoemd wordt. Zin om te vertellen en mijn gedachten te delen. Waar het vandaan kwam weet ik niet; misschien omdat het een stralende dag was of omdat ik een oude schuur uitgemest had. Het voelde wel opgeruimd, in ieder geval.
Het is lang geleden, lieve lezers. Lang genoeg om nu een kind te hebben waar ik in februari nog niets van wist, bij wijze van spreken. En omdat ik de meeste van jullie al lang niet meer heb gezien, bij hoge uitzondering een selfie. Hij is volgens mij bijna zoals het hoort, alleen niet uit de hand genomen. Een beetje afstand moet bewaard blijven, anders zijn de rimpels en de grijze haren te goed zichtbaar.
Om alvast wat opdoemende vragen te beantwoorden: ja, ik ben afgevallen. Bij mijn weten heeft dat geen kwalijke oorzaken. Het is waarschijnlijk het gevolg van de kookkunsten van Ton, die uiterst creatief de smaken en calorieën in balans houdt. Ik woon samen met Ton en hij is de voedselspecialist hier in huis. Maar ook daarover later meer, in een volgende blog.
Verder zal aan de foto opvallen dat ik ongeschoren ben, mijn haar niet heb gekamd en een broek aan heb met een scheur er in. Dat zijn de kleine voordelen van het wonen op een heuvel met weinig mensen om me heen. Die kleine oogjes zijn niet alleen omdat Suus de poes me om vijf uur wakker maakte, maar ook omdat vandaag de zon vergeten was dat het herfst is en naar mij schijnt.
Een knalblauwe lucht en een dag met zomerse temperaturen, in november. Ik weet wel waarom ik hier woon.
Maar nu eerst over de noten. Vanmiddag was het tijd om walnoten te pellen. Walnoten zijn hier overal, in deze tijd van het jaar. Als je gaat wandelen moet je je best doen om er niet over weg te rollen. Ook appels en tamme kastanjes vallen bij bosjes van de bomen. Dat schijnt te komen door een vroegere koning, ongetwijfeld Louis geheten. Hij vond het wel een goed idee om overal kastanjebomen te planten, zodat iedereen in elk geval kastanjes zou kunnen eten als er niets anders was.
Ik vond walnoten altijd muf, wrang en bitter smaken. Eerdergenoemde Ton heeft zich daar niet door laten weerhouden en kan ze zodanig in het eten verwerken dat ze prima smaken. En het zijn ware wondernootjes. Een walnoot is niet alleen een noot, maar ook thee en zelfs speelgoed. Maar voor het zo ver is moeten er noten gekraakt worden.
Het eerste dat mij opviel toen ik aan het kraken sloeg was hoe die walnoten op vogelkoppies lijken. M'n gevoel daarover werd er niet beter op toen ik me realiseerde dat ik met een gereedschap aan het kraken was dat een moordenaar heet.
En als het schedeltje dan gekraakt is, komt er iets tevoorschijn dat toch echt veel weg heeft van hersentjes. Ook netjes met een linker- en rechterhelft.
Sommige walnoten hebben last van hersenkrimping. Alzheimer nootjes, zogezegd. Geen volle bak eiwitten, maar een ineengeschrompeld zwart dingetje. Volledig de weg kwijt, zo'n noot.
Soms wordt het kraken niet beloond met een volle noot, maar met een lege dop. Die hebben een nootuitgang: een gaatje waarlangs een of ander beest de noot al heeft leeggehaald. De natuur is keihard!
Maar die hersentjes, daar gaat het om. Ongetwijfeld vol met eiwitten, mineralen en anti-oxidanten en het zal ook wel superfood zijn. Maar het hersentje is lang niet alles. Als je het doormidden breekt komt er een tussenschotje tevoorschijn en daar kun je thee van maken. Lekkere thee zelfs, volgens mensen die het weten kunnen. Mij blijft altijd verbazen hoe mensen schijnen te weten wat ik lekker vind.
Wat er dan overblijft is een lege dop, zou je zeggen. Maar welk kind laat niet onmiddellijk haar gameconsole vallen bij het zien van zo'n prachtig bootje!
Na twee uur noten kraken heb ik wel respect gekregen voor de professionals. Ik heb ongeveer een pond walnoten geproduceerd. Tegen een uurloon van 10 euro zou een kilo walnoten dan al snel 40 euro moeten kosten. En het valt echt niet mee om zo'n noot heel uit z'n dopje te krijgen, terwijl op allerlei kaasjes hele halve walnoten zitten.
Ik stel me zo voor dat die professionals in een Balkans dorpje wonen. Terwijl vader zich vermaakt met de kippen en geiten zit de rest van de familie in bloemetjesschort en met kaplaarzen aan walnoten te kraken. In twee uur heb ik er een stuk of honderd gedaan, maar daar gaat het razendsnel. En feilloos worden de hele noten tevoorschijn getoverd, voor meneer Rambol. Onder het kraken wordt vrolijk gepraat en gelachen, terwijl de zon laag over de heuvels schijnt.
Het zal in het echt wel door een machine gedaan worden.
Ik ga proberen weer wat vaker te schrijven, maar of het iedere week wordt weet ik niet. Als er onderwerpen zijn waar jullie graag meer over willen horen, laat het dan even weten.
Dag!