zaterdag 10 januari 2015

Goed gas

Ik heb in een eerder stukje al eens geschreven hoe blij we in Nederland mogen zijn met de vrijwel ongestoorde elektriciteitsvoorziening. Nu is er hier nog een opmerkelijk elektriek fenomeen. De blauwe, witte en rode dagen (chauvinisme is niet voor niets een Frans woord).
Op blauwe dagen is de stroom extra voordelig, op witte dagen geldt het normale tarief en op rode dagen is het extra extreem duur. Om te weten wat voor dag het is moet je niet naar buiten kijken, maar op een kastje met lichtjes dat vanaf 8 uur 's avonds aangeeft wat voor dag het morgen is.
Als dat een rode dag is treedt hier meteen het rode-dag-scenario in werking. Iedereen moet op de hoogte gesteld worden dat er niet wordt gewassen, geen elektrische ovens gebruikt en zo min mogelijk licht aan gedaan. Op een blauwe dag laten we alle lampen dag en nacht branden natuurlijk, om te compenseren. Echte zuunigers (wij niet) hebben een dieselaggregaat dat gestart wordt op een rode dag. Daar gaat je milieudoelstelling.

En lieve lezer, hebt u wel eens stilgestaan bij de zegeningen van het gas? Gas dat zonder problemen ieder huishouden in Nederland binnenstroomt. Goed, er ontploft wel eens wat, maar dat hou je altijd.
We gebruiken hier wel gas hoor, maar met name om op te koken. Dat gas wordt aangevoerd in van die butagasflessen, met die gezellige dikke buikjes. Daar kun je flink mee koken, maar een keer of tien per jaar naar de gasboer voor nieuwe flessen lijkt toch wel nodig.

Hier op het landgoed stoken we op hout in plaats van gas. Dat kan makkelijk als je 170 voetbalvelden bos tot je beschikking hebt. De CV ketel is hier een gezellige kachel met een knapperend vuur in plaats van een dubbelwandige turboketel met intelligente thermostaat. De temperatuur van de kachel wordt geregeld met een klepje dat de luchttoevoer afsluit als het te warm wordt. Minder lucht is minder brand is minder warmte. Komt geen computer of elektronica aan te pas.
De eerste gedachte is natuurlijk: dat is mooi! Gratis verwarming! En hoewel bomen weliswaar gratis groeien is het toch een beetje gedoe, die houtgestookte CV.



Gaat u even mee? Dan beginnen we met het omhakken van de boom. Hakken bij wijze van spreken natuurlijk. In het echt worden bomen omgelegd met zo'n snerpende motorzaag. Als u die niet in het schuurtje heeft staan, even naar de Gamma. Het geluid van drie pizzakoeriers moet je daarbij voor lief nemen. Zijtakken eraf en dan in vervoerbare stukken zagen. Die op stapels langs het bospad leggen.
Vervolgens met de trekker (misschien even bij de buren lenen?) de stammen ophalen en naar de opslag brengen. Graag overdekt, want dan droogt het.
Een jaar of twee later mogen de stammetjes onder het afdak vandaan. In drieën zagen, zodat ze in de kachel passen. Het is wel handig om daar een speciale zaagtafel voor te hebben, anders is je decoupeerzaag snel bot. Nu hebben sommige bomen last van overgewicht, tenminste ten opzichte van de maat van de kachel. De te dikke handzame stukjes op kachelformaat moeten dan gekloofd worden. Liefst met een kloofinstallatie achter de trekker: hopen dat de buren die er bij hadden gekocht. En pas op voor de vingers, een kloofje loop je zo op.
De handzame, gekloofde houtjes op kachelformaat moeten dan vervoerd worden naar een plekje in de buurt van de kachel. Het is zo vervelend om eerst 10 voetbalvelden af te moeten lopen met je houtjes. Dus in een kar en die bij het huis parkeren.



Bent u er nog? Want we zijn er nog niet. De houtjes moeten de kachel in. En tijdens koude perioden moet dat met een grote regelmaat. Het is wonderlijk hoe veel houtjes zo'n kachel eet per dag. In de praktijk dus om de twee a drie uur even bijvullen. Van één tot zes 's nachts kan hij het op de spaarstand uithouden zonder bijvullen, dus je kunt even ongestoord slapen als stoker. Ik ben de koning heel dankbaar dat hij deze verantwoordelijkheid niet delegeert.
Een meevallertje is dat de kachel zo efficiënt stookt dat er vrij weinig as overblijft. Want die moet weer afgevoerd worden natuurlijk.

Geef je CV-ketel straks even een bemoedigend klopje. Hij hangt op een afgelegen plekje stilletjes het huis te verwarmen. Je weet nu hoeveel werk hij je bespaart.